SLB-BPV 1 april 2021

Wat betekent de afkorting BPV
A
Bijzondere Periode Voor school
B
Buitengewone Plicht Vorming
C
Beroeps Praktijk Vorming
D
Belangstellende Praktijk Voorlichting
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat betekent de afkorting BPV
A
Bijzondere Periode Voor school
B
Buitengewone Plicht Vorming
C
Beroeps Praktijk Vorming
D
Belangstellende Praktijk Voorlichting

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je het niet eens bent met de beoordeling van je stage kun je daar niet aan doen.
A
Ja dat is zo. De beoordeling moet je nemen zoals het is
B
Ja, dat is zo. Men beoordeelt je zorgvuldig
C
Nee, je SLB-e kan de beoordeling aanpassen
D
Nee, je kunt bezwaar maken via de examencommissie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je nachtdiensten doen?
A
Ja, dat mag als je 18 jaar bent
B
Nee, in jaar 1 mag je geen nachtdiensten doen
C
Nee, je kunt die verantwoording niet aan
D
Ja, dat hoort er gewoon bij

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

VOG aanvragen waar doe je dat?
A
Dat doe je op met een formulier van school
B
Dat doe je via de gemeente
C
Dat doe je via de instelling
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je gaat werken in de kinderopvang moet je je inschrijven in het personenregister kinderopvang
A
Je moet inschrijven en een POK hebben
B
Dat moet je zeker doen
C
Dat moet ook op een basisschool
D
In jaar 1 hoeft dat niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je uren moet je ongeveer maken.
A
Je moet ongeveer 25 uur per week maken
B
Je moet 300 uur in 10 weken maken
C
Als je 275 uur maakt is het ook goed
D
Je moet per week 30 uur maken.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uren tellen mee?
A
Als ik ziek ben hoef ik de uren niet in te halen.
B
Als ik een bruiloft heb, mag ik 8 uur meetellen
C
Het maakt niet uit hoeveel uren ik ziek ben, die uren tellen toch mee
D
Alle verlof uren moeten goed ingevuld worden op de lijst

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oefenmoment (17)

Slide 8 - Woordweb

Voordat studenten invullen de vraagt stellen: 
Waar denk je aan bij een oefenmoment?
(goed voorbereiden en doorspreken van te voren)
Alvast een keer proberen en feedback vragen. 
De feedbackpunten kun je meenemen als je de opdracht voor de beoordeling gaat doen. 
Hoeveel soorten opdrachten zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden van de opdracht hoe doe je dat?
welke volgorde is juist? (17)
A
Bespreken-oefenen-feedback vragen-opdracht lezen
B
opdracht lezen-bespreken-oefenen-feedback vragen
C
Bespreken-feedback vragen-opdracht lezen-oefenen
D
opdracht lezen-feedback vragen-bespreken-oefenen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekenen de afkortingen POP en PAP
A
Persoonlijk ontwikkel plan en persoonlijk activiteitenplan
B
Plannings- en opdrachten programma persoonlijk activiteiten programma
C
Pedagogisch Opvoedingsplan en Persoonlijkaandachtsplan
D
Pauze Programma en PortaalAandachtsplein

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een goed opgezet Persoonlijk Ontwikkel Plan belangrijk?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belang van reflecteren (18)

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Methodische werkbegeleiding
MWB
Wat geeft het beste de inhoud van het vak weer (18)
A
Dit vindt plaats op je stage-adres
B
Je werkbegeleider toont tijdens mwb belangstelling voor je je
C
Tijdens dit uur kun alles bespreken van je stage
D
Je SLB-er geeft dit vak en bespreekt een casus

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg eens uit wat het boekje als symbool op een beoordelingsformulier betekent (19)

Slide 15 - Open vraag

Nadat je het boekje hebt besproken kun je ook het oog en oor nog bespreken. Zeker het oor goed uitleggen aan studenten. 
Hoeveel opdrachten moet je maken?
A
4 basis, minimaal 2 keuzeopdrachten, 1 eindopdracht
B
2 basis, 2 keuze, 1 eindopdracht
C
3 basis, 1 keuze, 1 eindopdracht
D
3 basis, minimaal 2 keuze, 1 eindopdracht

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies