Herhaling periode 3.4
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat versta je onder bezettingsgraad?
A
Het benutten van de capaciteit.
B
De nuttig gebruikte machinetijd.
C
De beschikbare machinetijd.
D
Het machine rendement.
Slide 3 - Quizvraag
Wat versta je onder productiecapaciteit?
A
Het aantal productie machines
B
De maximale productie per week.
C
De maximale productie bij volledige bezetting.
D
Het aantal uren dat een productiemiddel beschikbaar staat.
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Waar gaat bij inkoop de voorkeur naar uit?
A
Grote series
B
Kleine series
Slide 7 - Quizvraag
De rol van een inkoper is sterk verandert. Geef aan waarom ?
A
Hij kan hoge kortingen bedingen.
B
De inkoper werkt aan efficiency op de werkplekken
C
De inkoper voorkomt problemen bij het bedrijfsproces.
D
De inkoper werkt online.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Door co-makership:
A
worden de leveringen onbetrouwbaar en de levertijden korter.
B
worden de leveringen onbetrouwbaar en de levertijden langer.
C
worden de leveringen betrouwbaar en de levertijden langer.
D
worden de leveringen betrouwbaar en de levertijden korter.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Hoe kunnen we het tij keren bij groei naar verzadiging
A
Inzetten op marketing
B
Productiecapaciteit verhogen
C
Verkoopprijs verlagen.
D
Innoveren
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Welke hoort niet bij de kwaliteitsgebieden.
A
Technische kwaliteit
B
Materiaalkwaliteit
C
Functionele kwaliteit
D
Relationele kwaliteit
Slide 14 - Quizvraag
Waar staat OR voor
A
Ondernemingsraad
B
Ondernemingsrede
C
Omzetraad
D
Omzetrede
Slide 15 - Quizvraag
Vanaf hoeveel personen is een OR verplicht?
Slide 16 - Open vraag
De producent is (meestal) aansprakelijk voor gebreken aan het product, behalve als de consument:
A
het product niet betaalt.
B
het product verkoopt.
C
het product weggooit.
D
het product niet juist behandelt.
Slide 17 - Quizvraag
Integrale kwaliteitszorg houdt in dat:
A
iedereen in de organisatie bijdraagt aan een goede werksfeer.
B
het eindproduct voldoet aan de specificaties.
C
er op de werkvloer goed gelet moet worden op de kwaliteit.
D
iedereen in de organisatie zich ermee bezig moet houden.
Slide 18 - Quizvraag
Willen wij verbeteringen doorvoeren kunnen wij gebruik maken van de PDCA cirkel. Deze staat voor?
Slide 19 - Open vraag
Distributiecentra kunnen veel taken hebben. Wat is geen taak van een distributiecentrum ?
A
Kwalitieitscontrole.
B
Herverpakken.
C
Orderbehandeling
D
Verkoop van goederen.
