Het begrijpen van schizofrenie

Het begrijpen van schizofrenie
Doelgroepen 
Les 5
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Het begrijpen van schizofrenie
Doelgroepen 
Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je in eigen woorden vertellen wat schizofrenie betekent 

Aan het einde van de les kan je het verschil benoemen tussen  zijn positieve en negatieve symptomen zijn

Aan het einde van de les heb je kennis over de behandeling van  schizofrenie?


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over schizofrenie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is schizofrenie?
Schizofrenie is een psychische aandoening die wordt gekenmerkt door symptomen zoals hallucinaties, wanen en veranderingen in gedachten, emoties en gedrag.

Slide 5 - Tekstslide

Definieer schizofrenie en leg de basisbegrippen uit die studenten moeten kennen.
Schizofrenie
Schizofrenie is een hersenaandoening waarbij je last hebt van psychoses.
Tijdens een psychose zie, hoor, voel, proef of ruik je dingen die er niet zijn. 
“Iemand die psychotisch is, is het gevoel met de werkelijkheid kwijt. Hij kan dingen horen of zien die er in werkelijkheid niet zijn of hij kan vreemde gedachten hebben.” 

Psychose-gevoeligheid
De psychoses die bij schizofrenie horen, kunnen bij iedereen anders zijn. De naam schizofrenie geeft het idee dat de aandoening voor iedereen hetzelfde is, maar dat is niet zo. Er zijn daarom steeds meer artsen en psychiaters die het liever over psychose-gevoeligheid hebben, in plaats van over schizofrenie. (hersenstichting.nl)


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van schizofrenie
Hallucinaties, wanen, veranderingen in gedachten, emoties en gedrag.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende symptomen van schizofrenie en hoe ze zich kunnen uiten.
Diagnose van schizofrenie
Schizofrenie kan worden gediagnosticeerd door een gekwalificeerde professional, zoals een psychiater, die een uitgebreide evaluatie uitvoert van de symptomen, medische geschiedenis en familiegeschiedenis van een patiënt.

Slide 8 - Tekstslide

Leg het diagnostisch proces van schizofrenie uit.
Dit is Bas

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het? 
  • Mentale stoornis 



Bas heeft last van afwijkende ervaringen en gedrag

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij schizofrenie
+   Toename van functies en gedachten

-   Afname van functies en gedachten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impact op het dagelijks leven
Schizofrenie kan een significante impact hebben op het dagelijks leven van een patiënt, inclusief sociaal isolement, werkloosheid en financiële problemen.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf de impact van schizofrenie op het dagelijks leven en de kwaliteit van leven van patiënten.
Symptomen van schizofrenie 2
Positieve symptomen
Negatieve symptomen
zijn verschijnselen die bij mensen zonder schizofrenie niet voorkomen, zoals hallucinaties (stemmen horen), wanen en verward denken
heten zo, omdat er iets ontbreekt wat er eerst wél was. Hij heeft bijvoorbeeld last van vlakke gevoelens, een gebrek aan energie, hij neemt weinig initiatief, trek zich terug uit sociale contacten en kan zich niet goed concentreren.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve symptomen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hallucinaties

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschillen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een hallucinatie en een waan?
Wanen en hallucinaties zijn 2 verschillende verschijnselen. Wanen zijn totaal verkeerde interpretaties van de werkelijkheid. Een hallucinatie is een verstoorde waarneming van de werkelijkheid.
Als je een hallucinatie hebt, merk je dingen op die voor jou heel echt zijn. Je ziet het als de werkelijkheid. Mensen die niet een psychose hebben merken die dingen niet. Een verstoorde registratie van de zintuigen van mensen die psychotisch zijn, is hiervan de oorzaak.
Bij alle zintuigen kan een dergelijke verstoring optreden. Daarom zijn er ook verschillende hallucinaties.
Stemmen horen. Geluiden horen. Soms wordt dit ook akoestische hallucinaties genoemd. Dit is de meest voorkomende hallucinatie. Die stemmen kunnen commentaar of advies geven bij alles wat je doet of denkt. Het komt soms ook voor dat een stem opdrachten geeft. Temstem is een speciaal ontwikkelde gratis app die je helpt om minder last te hebben van die stemmen met behulp van taalspellen. Lees meer over deze app.
Beelden zien. Dit wordt ook wel gezichtshallucinaties genoemd. Je ziet dingen en/of personen die er in werkelijkheid niet zijn. Kleuren kunnen veranderen, vormen en voorwerpen nemen een andere vorm aan. In extreme gevallen ziet iemand beelden of schimmen die er helemaal niet zijn.
Geuren ruiken. Je ruikt dan bijvoorbeeld rook, gas of het parfum van een geliefde waar anderen dit niet ruiken.
Dingen proeven. Je proeft een (vreemde) smaak, terwijl er niets in je mond zit.
Iets voelen in je lichaam of op je huid. Je denkt dat je iets voelt, maar dat is niet het geval.
Mensen met een psychose horen, zien, ruiken, proeven en voelen dingen die er in werkelijkheid niet zijn. Deze hallucinaties zijn voor iemand met een psychose levensecht en kunnen ook heel beangstigend zijn. Iemand de persoon met een psychose zijn werkelijkheid als dé werkelijkheid beschouwt, is hij niet te overtuigen dat het een hallucinatie is.

Onsamhangende spraak

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chaotisch en catatoon gedrag

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katatonie
Soms maak je in een psychose een periode mee waarin je weinig beweegt en spreekt. Je blijft bijvoorbeeld lang in dezelfde houding staan en eet of drinkt nauwelijks. Men spreek dan van katatonie.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met schizofrenie zijn een gevaar voor de samenleving, omdat zij niet altijd weten wat realiteit is.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht over wanen:
Er zijn verschillende soorten wanen. 
  • Zoek van de onderstaande wanen de betekenis op. 
  • Zoek een voorbeeld op of bedenk zelf een voorbeeld. 
  • Schrijf vervolgens het mogelijke gevolg op van deze waan.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 2:
Kijk volgend filmfragment. Welke symptomen herken je? Welke kenmerken zijn nieuw? Schrijf ze op

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DSM 5 Schizofrenie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antwoorden: Zoek uit wat mogelijke oorzaken zijn om schizofrenie te ontwikkelen.
Erfelijkheid: De aanleg voor schizofrenie is in je genen aanwezig. Dit erf je dus van je ouders. Maar dat betekent niet dat je ook altijd last krijgt van psychoses. Wat er in je omgeving gebeurt speelt namelijk ook een rol. Wanneer je een ouder, broer of zus hebt met schizofrenie, is de kans dat je het zelf ook krijgt 10%. Als je geen familieleden met schizofrenie hebt is die kans maar 1%. Maar erfelijkheid is niet het enige. Wat er in je omgeving gebeurt speelt namelijk ook een rol.

Omgeving: Als je aanleg voor schizofrenie hebt, wordt een psychose vaak uitgelokt door iets wat in de omgeving gebeurt. Dat is niet altijd één gebeurtenis. De manier waarop je leven verloopt speelt ook mee. Als je bijvoorbeeld opgroeit met veel ruzie en stress in huis, heb je een grotere kans dat je last van psychoses krijgt. De kans op een psychose is ook groter als je in je jeugd nare dingen hebt meegemaakt. Zoals mishandeling, of pesten op school.

Drugs: Het gebruik van drugs kan psychoses en schizofrenie uitlokken bij mensen die hier gevoelig voor zijn. Dat gebeurt vaker als je al op vroege leeftijd begint met drugs. Denk aan iemand die op 12-jarige leeftijd al begint met blowen.
(bron: hersenstichting.nl)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

antwoorden: Wat bedoelen ze met positieve en negatieve symptomen van schizofrenie?
Positieve symptomen
Negatieve symptomen
zijn verschijnselen die bij mensen zonder schizofrenie niet voorkomen, zoals hallucinaties (stemmen horen), wanen en verward denken
heten zo, omdat er iets ontbreekt wat er eerst wél was. Hij heeft bijvoorbeeld last van vlakke gevoelens, een gebrek aan energie, hij neemt weinig initiatief, trek zich terug uit sociale contacten en kan zich niet goed concentreren.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 antwoorden: Hoe kan schizofrenie behandeld worden?
  • Medicatie (bijv. antipsychotica of antipsychotica)
  • Gedragstherapie(Richt zich op gedragsreacties en op verminderen hallucinaties en negatieve symptomen
  • Psycho – educatie (voorlichting) en/of gezinsbegeleiding
  • Lotgenoten groep

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video: Living with Schizophrenia

Slide 29 - Tekstslide

Laat de video 'Living with Schizophrenia' zien en bespreek hoe het dagelijks leven van de patiënt wordt beïnvloed door de aandoening.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 31 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Opdracht over wanen:
Er zijn verschillende soorten wanen. 
  • Zoek van de onderstaande wanen de betekenis op. 
  • Zoek een voorbeeld op of bedenk zelf een voorbeeld. 
  • Schrijf vervolgens het mogelijke gevolg op van deze waan.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 2:
Kijk volgend filmfragment. Welke symptomen herken je? Welke kenmerken zijn nieuw? Schrijf ze op

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies