Les 12

Les 12
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 12

Slide 1 - Tekstslide

Welke dag is het vandaag?

Welke dag is het overmorgen?

Welke datum is het vandaag?

Hoe laat is het?

Welke maand is het?

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk = 
Maak een foto van je werkrooster. Maak 3 zinnen over je werkrooster.

Groep 1:
Maak opdracht 6A.1 blz. 85-86

Groep 2:
Maak opdracht 6B.1 blz. 87

Oefen met de filmpjes: klokkijken + voorzetsels van tijd

Slide 3 - Tekstslide

Interview:

1 Hoelang woon je in Nederland? Sinds.......
2 Hoelang werk je bij dit bedrijf? Sinds........
3 Wanneer ben je jarig?
4 Hoe laat sta je op?
5 Op welke dagen werk je?
6 Op welke dagen ben je vrij?
7 Hoe laat begin je met werken?
8 Hoe laat stop je met werken?
9 Wat doe je na je werk?
10 Hoelang moet je morgen werken? Van ...... tot...............


Slide 4 - Tekstslide

Zinsvolgorde:

Jullie krijgen een kaartje
Ga met je kaartje op de goede volgorde staan
Vorm een goede zin met elkaar



Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzin begint met onderwerp



wie of wat
eerste werkwoord
rest
tweede werkwoord
Ik
kan
vandaag niet
werken
Wij 
beginnen
om 08.30 uur met ons werk
De directeur

wil
met ons
praten
Mijn zus
heeft
morgen een afspraak bij de tandarts
Jouw vriend

kan
overmorgen niet
komen

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzin begint niet met onderwerp dan 'inversie'
tijd of plaats
eerste werkwoord
wie of wat
rest
tweede werkwoord
Vandaag
kan
ik
niet
werken
Om 08:30 uur

beginnen
wij
met ons werk
Morgen
heeft
mijn zus
een afspraak bij de tandarts
Overmorgen

kan
jouw vriend
niet
komen
In Utrecht

kan 
je 
een fiets
huren

Slide 7 - Tekstslide

Maak de opdrachten:

Groep 1
Boek: 1.2 blz. 75 
Reader: Werkblad 5.5 opdracht 2 blz. 50

Groep 2
Reader: Werkblad Basis 5.5 Opdracht 1 en 2 blz. 49 en 50
Dan ga ik naar mijn werk, Daarna heb ik pauze
Boek Grammatica 1.3 blz. 75 samen
Ten slotte ga ik naar huis om 18.00 uur.

Slide 8 - Tekstslide

Met de volgende woorden bepaal je de volgorde:
Eerst, dan, daarna en ten slotte.

Eerst drink ik koffie, dan eet ik fruit, daarna eet ik een boterham en 
ten slotte drink ik een glas water.

(De zin begint niet met het onderwerp dus inversie)
drink ik - eet ik - 

Slide 9 - Tekstslide

Boek 3.1 blz. 81 samen

Schrijf getal 1 t/m 6 op de goede volgorde.
Wat hoor je?

Slide 10 - Tekstslide

Schrijven/ spreken

Groep 1:
Boek: Oefenen 3.2 blz. 82
-Eerst pakt u een lege doos.
- Dan vult u de doos
- Daarna maakt u de doos dicht
- Dan scant u de doos.
- Ten slotte brengt u de pallet naar het magazijn.

Groep 2:
Reader: Werkblad 5.6 blz. 51

Slide 11 - Tekstslide

Spreken:

Boek: 4.1 en 4.2 blz. 83 Samen


Slide 12 - Tekstslide

Boek: blz. 72-73

Groep 1: Kijk naar de woorden Basis 1.
Maak het bolletje zwart als je de woorden kent.

Groep 2: Kijk naar de woorden Basis 2
Maak het bolletje zwart als je de woorden kent

Slide 13 - Tekstslide

       Ganzenbord thema 5:


Slide 14 - Tekstslide