Signaalwoorden en leenwoorden

• Taal
• Lager onderwijs

Wat zijn signaalwoorden? Noteer in je eigen woorden.

Signaalwoorden
voorbeelden

Soorten signaalwoorden

Soorten signaalwoorden

Hagelbollen zo groot als tennisballen vielen uit de lucht!

1. als
2. zo
3. uit
4. de

Onze voetbalploeg kan de wedstrijd winnen, mits ze voldoende doelpunten maken.

1. kan
2. ze
3. de
4. mits

Eerst snij je de groenten, daarna bak je het vlees.

1. je
2. daarna
3. de
4. eerst

Sara en Lara zijn een tweeling. Toch ziet Sara er anders uit dan Lara.

1. een
2. dan
3. toch
4. er

De leerlingen maakten de toets met behulp van een rekentoestel.

1. de
2. met behulp van
3. een
4. maakten

Als het morgen regent, gaat het tuinfeest niet door.

1. als
2. het
3. door
4. niet

Maar, echter, in tegenstelling tot, ... zijn voorbeelden van signaalwoorden...

1. van middel
2. van tegenstelling
3. van oorzaak en gevolg
4. van vergelijking

Als, zoals, alsook, ... zijn voorbeelden van signaalwoorden ...

1. van voorwaarde
2. van tijd
3. van tegenstelling
4. van vergelijking

Op voorwaarde dat, tenzij, ... zijn voorbeelden van signaalwoorden...

1. van oorzaak en gevolg
2. van middel
3. van voorwaarde
4. van vergelijking

Eerst, dan, daarna, tot slot, ... zijn voorbeelden van signaalwoorden...

1. van tijd
2. van middel
3. van tegnstelling
4. van voorwaarde

Daarmee, met behulp van, door middel van, ... zijn voorbeelden van signaalwoorden...

1. van tijd
2. van middel
3. van tegenstelling
4. van oorzaak en gevolg

Dan, daardoor, vanwege, waardoor, omdat, ... zijn voorbeelden van signaalwoorden...

1. van tijd
2. van vergelijking
3. van voorwaarde
4. van oorzaak en gevolg

Leenwoorden

Wat zijn leenwoorden? 

Leenwoorden zijn woorden die uit een andere taal komen en die wij in het Nederlands hebben overgenomen. 

bijvoorbeeld: chatten (Engels), cadeau (Frans), lasagne (Italiaans)

Leenwoorden:
voorbeelden

Vul aan met het juiste leenwoord:
De muzikant speelt een mooi lied op zijn ...

1. gitaar
2. piano
3. villa
4. ballerina

Vul aan met het juiste leenwoord:
Op mijn frietjes eet ik graag...

1. saus
2. pizza
3. mayonaise
4. broccoli

Vul aan met het juiste leenwoord:
's Ochtens maakt mama altijd ... voor mij.

1. sandwiches
2. boterhammen
3. ontbijtgranen
4. fruit

Vul aan met het juiste leenwoord:
Dit ... hangt vol met schilderijen.

1. muurtje
2. deel
3. huis
4. museum

Over welk woord gaat het?
De verzameling van alle letters, noemen we het...

1. alfabet
2. lettercircus
3. letters
4. klinkers

Over welk woord gaat het?
Een voorwerp waarop je de tijd kan aflezen noemen we een...

1. douche
2. horloge
3. klok
4. cadeau

Over welk woord gaat het?
De allerlaatste wedstrijd die je moet spelen voor je kampioen bent noemen we de...

1. wedstrijd
2. toernooi
3. finale
4. spel

Over welk woord gaat het?
Een doelman noemen we vaak een...

1. speler
2. spits
3. goalman
4. keeper