In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
3.1 Organismen in hun omgeving
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Na de les weet je wat biotische en abiotische factoren zijn.
Je kan uitleggen wat een ecosysteem is
Je kan uitleggen hoe planten aan hun omgeving aangepast zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Factoren
Biotische factoren: Invloeden uit de levende natuur.
Abiotische factoren: Invloeden uit de levenloze natuur.
Alle biotische en abiotische factoren in een gebied samen, vormen een ecosysteem.
Slide 3 - Tekstslide
abiotisch vs. biotisch
Slide 4 - Tekstslide
Biotisch: levend en dood
organismen:
1. bacterien
2. schimmels
3. dieren
4. planten
resten van organismen:
afgevallen bladeren
Abiotisch: levenloos
het klimaat
de bodem
water
de lucht
Slide 5 - Tekstslide
3.1 Organismen in hun omgeving
Een individu is elk wezen op zichzelf.
Voorbeeld: Jij bent een individu, de kat van de buren ook.
Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven en zich onderling voortplanten.
Bijvoorbeeld alle damherten van een bos.
Slide 6 - Tekstslide
3.1 Organismen in hun omgeving
Alle organismen in een ecosysteem samen noemen we een levensgemeenschap. (Dus eigenlijk alle populaties in een gebied bij elkaar.)
Slide 7 - Tekstslide
Ecosysteem
voeg de abiotische factoren toe aan de leefgemeenschap en je hebt een ecosysteem.
Slide 8 - Tekstslide
Verschillende niveau's
ecoysteem (a-biotisch en biotisch samen)
levensgemeenschap (alleen biotisch)
populatie (soort)
inidividu
Slide 9 - Tekstslide
Van individu tot ecosysteem
Slide 10 - Tekstslide
Aanpassingen
Ieder organisme past bij het ecosysteem waarin hij leeft.
Planten en dieren zijn daarom ook aangepast aan het ecosysteem waar ze leven.
Een aanpassing is een eigenschap van een organisme, waardoor hij goed kan overleven in zijn ecosysteem.
Slide 11 - Tekstslide
planten die zich aanpassen
<-voorjaarsbloeiers
klimplanten->
<-wortelrozet
woestijnplanten->
Slide 12 - Tekstslide
Voorjaarsbloeiers
Slide 13 - Tekstslide
Klimplanten
Slide 14 - Tekstslide
Wortelrozetten
Slide 15 - Tekstslide
Woestijnplanten
Slide 16 - Tekstslide
Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 11 van par 3.1
Slide 17 - Tekstslide
Wat zien we hier?
A
Levensgemeenschap
B
Ecosysteem
C
Individu
D
Populaite
Slide 18 - Quizvraag
Hagedissen experiment: Behoorden de hagedissen op de verschillende eilandjes tijdens het experiment tot dezelfde populatie of tot verschillende populaties?
A
dezelfde populaite
B
verschillende populaties
Slide 19 - Quizvraag
Les 2
Aan het eind van de les weet je hoe dieren zijn aangepast aan hen omgeving.
Je kan uitleggen hoe het gebit, snavel en poten zijn aangepast aan hen voedsel
Slide 20 - Tekstslide
Wat zijn biotische factoren?
A
Niet levende factoren
B
Geen van beide
C
Levende factoren
D
Alleen dieren want die leven
Slide 21 - Quizvraag
Wat zijn biotische factoren?
A
Invloeden afkomstig van de mens
B
invloeden afkomstig van het milieu
C
Invloeden afkomstig van dieren
D
Invloeden afkomstig van de levende natuur
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een ecosysteem?
A
Een afgebakend gebied
B
Een afgebakend gebied met daarin alle levende en levenloze elementen
C
Een afgebakend gebied met alle organismen die daarin leven
D
Een stukje natuurgebied waarin geen beheer wordt toegepast
Slide 23 - Quizvraag
Wat is geen biotische factor
A
aantal rijpe bananen in het woud
B
aantal gorilla's in het woud
C
aantal chimpansees in het woud
D
de hoeveelheid regen in het woud.
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een POPULATIE
A
Een groep planten of dieren van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven
B
Een groep dieren die in hetzelfde gebied leven
C
Verschillende planten en dieren die in hetzelfde gebied leven
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn
Slide 25 - Quizvraag
dieren die zich aanpassen
<-warmbloedig
wintervacht->
koud: isolatie/vetlaag->
<-warm: groot oppervlak
Slide 26 - Tekstslide
Aanpassingen warmbloedige dieren
Isoleren
- wintervacht
- vetlaag
Slide 27 - Tekstslide
Aanpassingen aan een warme omgeving
Voorbeelden zijn:
1. dunne vacht
2. grote oren
3. lange poten
Het lichaamsoppervlak vergroten, zodat er zoveel mogelijk warmte weg kan.
Slide 28 - Tekstslide
Aanpassing aan hun leefwijze
Je kan aan het gebit van een zoogdier zien wat ze eten.