OP2: week 2: project

Week 3: Project
BLLSTR238B
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProjectMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Week 3: Project
BLLSTR238B

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhaling
Fake news
Mediawijsheid
Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

21ste eeuwse vaardigheden

De wereld om ons heen verandert. 
Daarmee ook ons werk en de manier 
waarop wij leren.
Deze 12 vaardigheden helpen je je te 
ontwikkelen in de maatschappij 
van de toekomst

Slide 4 - Tekstslide

Informatievaardigheden

Slide 5 - Woordweb

Informatie vaardigheden

Het scherp kunnen formuleren en analyseren van informatie uit bronnen. Op basis hiervan kritisch en systematisch kunnen zoeken, selecteren en verwerken van relevante informatie.
Maar ook de bruikbaarheid en betrouwbaarheid kunnen beoordelen.

Slide 6 - Tekstslide

Vandaag:
Mediawijsheid
Fake news

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoeveel uur zit je op een dag (gemiddeld) op je smartphone?
-124

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Tekstslide

Welke apps/sociale media gebruik jij?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

1

Slide 13 - Video

01:52
Hoe weet Dave, deze waarzegger, dit allemaal?
A
De video is fake/nep
B
Hij heeft paranormale gaven
C
De info komt van de sociale media
D
Via cybercriminaliteit

Slide 14 - Quizvraag

Google jezelf maar eens...
Google jezelf, wat vind je? 
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Soorten bronnen - informatiebronnen
Formeel
Informeel

Gesproken
Schriftelijk
Online
Onderzoek
Data

Slide 16 - Tekstslide

Formele bron
Mensen/ organisaties die worden opgevoerd omdat ze een bepaalde functie, beroep of deskundigheid hebben. 

• Overheid (Gemeente, Provincie of een ministerie)
• instellingen (ziekenhuizen of scholen)
• politie en brandweer
• universiteit of kennisinstelling



Slide 17 - Tekstslide

Informele bron

Informele bronnen zijn burgers, mensen op straat of ervaringsdeskundigen. Het kunnen vreemde mensen zijn, maar ook contacten uit je eigen netwerk.


Informele bronnen vind je ook online (bijvoorbeeld op social media, netwerken). 



Slide 18 - Tekstslide

Betrouwbaarheid menselijke bron

Wees altijd op je hoede wanneer je iemand spreekt of wanneer iemand zich bij jou meldt met nieuws. Hoe check je of je bron betrouwbaar is?

1. Heeft degene een belang?
2. Heeft degene verstand van het onderwerp?
3. Klopt het verhaal nadat je het verhaal hebt gecheckt?


Slide 19 - Tekstslide

Schriftelijke bron
Naast menselijke bronnen zijn er natuurlijk schriftelijke bronnen, zoals naslagwerken, onderzoeken en informatie die je online vindt (websites).

1. boeken
2. kranten
3. internet
4. artikelen
5. naslagwerken


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Website betrouwbaar?

Let om de betrouwbaarheid van websites te bepalen op de volgende punten:
1. Autoriteit; wie is er verantwoordelijk voor de website? Een officiële instantie of ‘zomaar’ iemand.
2. Inhoud; is de informatie realistisch en actueel (wanneer is de site voor het laatst bijgewerkt?)? Is de site neutraal of staan er veel meningen op?
3. Ontwerp; is de site goed opgezet? Of ziet het er heel slordig en amateuristisch uit.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat is volgens jullie
Fake News?

Slide 24 - Woordweb

Aan de slag
timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video


A
Hier is sprake van Fake News
B
Nee dit is van rtl nieuws
C
Ik heb geen idee

Slide 27 - Quizvraag

Is hier sprake van Nep nieuws? Waarom wel en waarom niet?

Slide 28 - Open vraag

1

Slide 29 - Video

03:33
Misinformatie en Desinformatie
Misinformatie is geen nepnieuws. (Een fout die per ongeluk gemaakt is).
Desinformatie is wel bewust opgesteld om te misleiden. 
Fake News is een vorm van desinformatie 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Is hier sprake van Fake news ? En waarom wel en waarom niet?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Video

1

Slide 34 - Video

00:27
Is hier sprake van Deepfake? Waarom denk je dat wel of niet?

Slide 35 - Open vraag

Huiswerk

Slide 36 - Tekstslide