Ethiek 2.0 - Deugdethiek: MacIntyre

• Filosofie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Ethiek 2.0

Normatieve theorieën

Toegepaste ethiek

Consequentialisme (utilitarisme)

Bentham, Mill, Singer

Deontologie

Kant

Deugdethiek

Aristoteles, MacIntyre

Zorgethiek

Tronto

Ethiek en het geloof

Augustinus, Thomas, Kierkegaard

Verantwoordelijkheid

Habermas, Nagel

Arbeidsethiek

Marx, Smith

MacIntyre

1929

Deugdbegrip geactualiseerd.

Op welke manier zijn deugden van toepassing bij wat wij doen?

MacIntyre

Deugdethiek nog steeds actueel; sport, bedrijfsleven, kunsten, etc.

Deugden belangrijk om kwaliteiten te verkrijgen.

Kernbegrippen:

instituties,

praktijken,

interne goederen en externe goederen.

Instituties zorgen voor het bestaan van praktijken. Ze ondersteunen zodat een praktijk beoefend kan worden. Instituties hebben geld, macht, status nodig om zelf te kunnen bestaan.

Praktijken zijn iedere coherente en complexe vorm van maatschappelijk erkende, coöperatieve menselijke activiteiten waarmee interne goederen verkregen kan worden. Dus samenwerkingsverbanden waarmee je bepaalde kwaliteiten kunt verwerven.

Interne goederen zijn de resultaten van op excelleren gerichte wedijver, die als ze bereikt worden een goede zaak vormen voor de hele gemeenschap die betrokken is bij de onderhavige praktijk. Oftewel bepaalde kwaliteiten die je kunt verwerven als je een praktijk beoefend. Deze interne goederen zijn verbonden aan deze specifieke praktijk.

Externe goederen hebben als kenmerk dat als zij bereikt worden iemands eigendom zijn. Daar komt bij dat hoe meer iemand er van heeft, des te minder er voor anderen overblijft. Denk aan geld, status en macht. Deze goederen kunnen verkregen worden bij een specifieke praktijk, maar zijn daar niet noodzakelijk aan verbonden.

Een deugd is een verworven menselijke eigenschap waarvan de expressie en beoefening ons over het algemeen in staat stelt om die goederen te bereiken die intrinsiek zijn aan praktijken, en waarvan het ontbreken het ons feitelijk onmogelijk maakt om ook maar iets van deze goederen te bereiken.

Het is dus noodzakelijk om deze kwaliteiten te verwerven/te bezigen om intrinsieke goederen te verkrijgen.

Corrumperende macht van instituties

Instituties hebben externe goederen nodig om te bestaan.

Dit kan echter doorslaan tot zich alleen richten op deze goederen.

Zo wordt een institutie corrupt.

Ook instituties hebben dus deugden nodig!

Instituties zorgen voor het bestaan van praktijken. Ze ondersteunen zodat een praktijk beoefend kan worden. Instituties hebben geld, macht, status nodig om zelf te kunnen bestaan.

Praktijken zijn iedere coherente en complexe vorm van maatschappelijk erkende, coöperatieve menselijke activiteiten waarmee interne goederen verkregen kan worden. Dus samenwerkingsverbanden waarmee je bepaalde kwaliteiten kunt verwerven.

Interne goederen zijn de resultaten van op excelleren gerichte wedijver, die als ze bereikt worden een goede zaak vormen voor de hele gemeenschap die betrokken is bij de onderhavige praktijk. Oftewel bepaalde kwaliteiten die je kunt verwerven als je een praktijk beoefend. Deze interne goederen zijn verbonden aan deze specifieke praktijk.

Externe goederen hebben als kenmerk dat als zij bereikt worden iemands eigendom zijn. Daar komt bij dat hoe meer iemand er van heeft, des te minder er voor anderen overblijft. Denk aan geld, status en macht. Deze goederen kunnen verkregen worden bij een specifieke praktijk, maar zijn daar niet noodzakelijk aan verbonden.

Een deugd is een verworven menselijke eigenschap waarvan de expressie en beoefening ons over het algemeen in staat stelt om die goederen te bereiken die intrinsiek zijn aan praktijken, en waarvan het ontbreken het ons feitelijk onmogelijk maakt om ook maar iets van deze goederen te bereiken.

Het is dus noodzakelijk om deze kwaliteiten te verwerven/te bezigen om intrinsieke goederen te verkrijgen.

Vul het onderstaande schema in voor je eigen sport of kunst.

Heeft MacIntyre volgens jou de deugdethiek geactualiseerd?

Ja

Nee

Niet overtuigend