Les 2: 9.1 + 9.2 Making telephone calls; appointments

Talking/ presenting
Boek 3/4 
9.1 Making telephone calls
9.2 Making appointments

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Talking/ presenting
Boek 3/4 
9.1 Making telephone calls
9.2 Making appointments

Slide 1 - Tekstslide

9.1 Making telephone calls

Doel:
Je voert een eenvoudig telefoongesprek.

Slide 2 - Tekstslide

Making telephone calls
Tips:
  • Spreek extra duidelijk, want je ziet elkaar niet.
  • Vraag om verduidelijking als je iemand niet verstaat.
  • Leer standaardzinnetjes uit je hoofd.
  • Glimlach als je spreekt, dan klink je vriendelijker.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe geef je getallen door?
  • Spreek alle getallen afzonderlijk uit (16 is one – six, niet sixteen).
  • Het getal 0 mag je vertalen met zero en oh (00 = double oh).

Slide 4 - Tekstslide

Hoe neem je de telefoon op in het Engels?

Slide 5 - Woordweb

Telefoon opnemen
U spreekt met KLM, afdeling Marketing.
This is KLM, Marketing department.
Hoe kan ik u van dienst zijn?
How may I help you?
... is op dit moment niet aanwezig.
... is not here at the moment.
Kunt u me vertellen waar het over gaat?
Could you tell me what it’s about?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zeg je: Kan ik een boodschap aannemen?

Slide 7 - Open vraag

Informatie verzamelen
Ik bel naar aanleiding van ...
I’m calling about ...
Ik ben op zoek naar (informatie over) ...
I’m looking for (information about) ...
Ik heb een paar vragen over ...
I have a few questions about ...
Ik ga het voor u uitzoeken.
I’ll find out for you.

Slide 8 - Tekstslide

Vragen om herhaling of verduidelijking
Ik ben bang dat ik het niet begrijp.
I’m afraid I don’t understand.
Zou u dat misschien willen herhalen?
Could you repeat that for me, please?
Zou u wat langzamer willen praten?
Could you speak more slowly, please?
Zou u dat kunnen uitleggen?
Could you explain that?

Slide 9 - Tekstslide

9.2 Making appointments

Doel:
Je maakt afspraken en nodigt iemand uit.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zeg je: Ik wil graag een afspraak maken.

Slide 11 - Open vraag

Hoe zeg je: Wan­neer ben je / bent u beschikbaar?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent: What would be a con­veni­ent time for you?

Slide 13 - Open vraag

Iemand uit­nodi­gen
Ik zou je/u graag wil­len uit­nodi­gen om …
I would like to in­vite you to …
Zul­len we za­ter­d­ag lunchen?
Shall we have lunch on Sat­urday?
Ik geef een feest. Kom je ook?
I’m hav­ing a party. Would you like to come?
Laten we vrijd­ag af­sprek­en bij ...
Let’s meet at ... on Fri­day.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe accepteer je een uitnodiging?

Slide 15 - Woordweb

Hoe sla je een uitnodiging af?

Slide 16 - Woordweb

Opdrachten
Boek: 3/4
9.1: Ex. 1, 2, 4, exam exercise
9.2: Ex 1, 3, 4, exam exercise

Extra verdieping:
9.1: Extra speaking, extra exam exercise
9.2: Ex. 5, extra speaking, extra exam exercise


Slide 17 - Tekstslide