> Maak de lessonup. Je mag ook je boek erbij houden.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Wat is géén persoonlijk voornaamwoord?
A
mij
B
hen
C
zij
D
aan
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Bekijk de tabel op de vorige slide of op pag. 72. Welk persoonlijk voornaamwoord komt drie keer voor? Schrijf het woord op in het Latijn plus de drie mogelijke betekenissen.
Slide 26 - Open vraag
Een ander persoonlijk voornaamwoord komt twee keer voor. Wat is hier het verschil tussen de twee woorden die er hetzelfde uitzien maar iets anders betekenen? Leg uit!
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Vertaal de zin: Non vobis pater pecuniam dat, sed mihi (pecunia = geld, dare = geven)
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Oefenen
Oefen nu zelf met de Drillsters op pag. 71 en 73
Moeilijk? Kijk op pag. 70 en 72.
Nog Moeilijk? Roep mij!
Klaar? Roep mij?
timer
10:00
Slide 31 - Tekstslide
Huiswerk: 07-03-2023
Lezen: TB. pag. 24
Maken: Tekst 2 Lupa, TB. pag. 25
Leren: woorden les 2 (TB. pag. 25)
Herhalen: rijtjes verbuigingsgroepen 1, 2, 3 (HB. pag. 70) > deze zou je uit je hoofd moeten kunnen opschrijven op een kladblaadje.