1.6 Eenheden van informatie

Welkom
Paragraaf 1.6 Eenheden van Informatie

Leg bladzijde 46 voor je open!
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 1.6 Eenheden van Informatie

Leg bladzijde 46 voor je open!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je gisteren gegeten?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sleep naar de juiste plaats:
honderdtallen
eenheden
tienden
duizendsten

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbind de juiste waarden bij het getal 34567,890
3
5
7
9
8
4
6
Duizendsten
Tienden
Honderdsten
Eenheden
Tientallen
Honderdtallen
Duizendtallen
Tienduizendtallen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de juiste koppels:
6
70
300
0,3
5000
0,05
0,009
Eenheden
Tiental
Duizendste
Honderdste
Honderdtal
Duizendtal
Tiende

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronden. Schruif de getallen naar de juiste plek.
1,99
2
2,1
1,985 
op 2 decimalen
1,985 
op 0 decimalen
2,11
op 1 decimaal
2,11 
op een rond getal
1,985 
op 1 decimaal
1,994
 op 2 dicimalen
2,11
op geheel getal

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je leert wat een telling inhoudt. 
  • Je leert wat een steekproef is. 
  • Je leert wat representatief betekend. 
  • Je leert de juiste conclusie te trekken. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg theorie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek en conclusie
Telling: Dit is een middel om een exact aantal van iets te weten te komen. bijvoorbeeld een volkstelling, verkeersstromen, geboorte/sterfteregistratie

Steekproef: Wanneer het ondoenlijk en/of te tijdrovend is om een exact aantal te bepalen dan gaan we dit proberen te benaderen. Dit doen we ook wanneer het niet noodzakelijk is om een exact aantal te weten.
Voor een steekproef zijn twee zaken belangrijk, te weten:
  • omvang van steekproef moet groot genoeg zijn.
  • de steekproef moet representatief zijn.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload. 
(deze dia komt na het voorbeeld).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

T
A
telling
B
steekproef

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de steekproef dan niet representatief?
timer
1:00
A
niet aselect
B
niet voldoende groot

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als elk element in de populatie gelijke kans heeft in de steekproef te komen, is de steekproef
A
Representatief
B
Aselect
C
Voldoende groot
D
Gelaagd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is onderzoek gedaan bij 80.000 ouderen in een verzorgingstehuis in Zeeland.
Conclusie: 90% van de ouderen in een verzorgingstehuis zijn eenzaam.

Is dit een representatieve steekproef?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

52% van de Nederlanders haat vroeg opstaan blijkt uit een onderzoek van 1 miljoen Nederlanders verhoudingsgewijs verdeeld uit elke provincie en bevolkingsgroep.

Is dit een representatieve steekproef?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is onderzoek gedaan onder 3 miljoen jongeren uit alle provincies over telefoon gebruik.
Conclusie: Nederlanders gebruiken te veel hun telefoon.

Is dit een representatieve steekproef?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De volgende conclusie gaat over de tabellen.
Is deze conclusie juist of onjuist?
(Klik op de afbeelding om te vergroten)


Het percentage verbrand afval neemt toe.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De volgende conclusie gaat over de tabellen.
Is deze conclusie juist of onjuist?
(Klik op de afbeelding om te vergroten)


De totale hoeveelheid afval neemt toe.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 19
a. Welke conclusie trek jij uit het diagram?
A
Het aantal vlinders in Nederland neemt toe
B
Het aantal vlinders in Nederland neemt af.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke conclusie kan je trekken?
A
geen
B
als de temperatuur lager is, is de luchtvochtigheid hoger
C
als de temperatuur hoger is, is de luchtvochtigheid hoger

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

25
a. Welke conclusie trek jij uit deze tabel? Wat vind jij een goede conclusie? (er zijn meerdere antwoorden goed)
A
Woensdagmiddag is het altijd erg druk
B
Je kunt het beste bellen op dinsdag t/m vrijdag van half tot 9 uur.
C
Het maakt niet zoveel uit wanneer je belt
D
Op maandagochtend is het altijd druk

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je de conclusie trekken dat er in 2014 minder mensen naar de zenders van de NPO keken dan in 2010?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke conclusie kan je trekken bij de grafiek links?
A
Chevy trucks zijn veel betrouwbaarder dan trucks van Toyota.
B
Het verschil in betrouwbaarheid tussen Chevy, Ford en Toyota is ongeveer 1%.
C
Chevy trucks zijn vier keer zo betrouwbaar als Nissan/Datsun trucks.
D
Nissan/Datsun trucks zijn zeer onbetrouwbaar en kun je beter niet kopen.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

33b. Gerran trekt een conclusie: "In Noord-Nederland zijn 8 bevingen geweest met een kracht van 3 of hoger" Welk antwoord vind jij het best?

A
Hij heeft gelijk, de paarse stukken zijn samen 8.
B
Hij heeft ongelijk, de paarse stukken zijn samen 6.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

telling/ steekproef:
Je wilt weten hoeveel grassprieten een voetbalveld heeft.
A
steekproef
B
telling

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Telling of steekproef:
Je wilt weten hoeveel leerlingen er op jouw school zitten
A
steekproef
B
telling

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt weten hoeveel fietsers gebruik maken van fietspaden.
A
Telling
B
Steekproef

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt weten hoeveel leden de voetbalclub heeft, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt weten hoeveel Nederlanders geen mosterd lusten, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt weten hoeveel docenten er lesgeven op het Houtcollege.
A
Telling
B
Steekproef

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt weten hoeveel mensen 2 of meer huisdieren hebben
A
Telling
B
Steekproef

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt weten hoeveel paar schoenen alle meiden uit de klas hebben, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als uit iedere groep een aantal mensen in de juiste verhouding wordt bevraagd is het ............
Tekst
A
onderzoek
B
telling
C
representatief
D
steekproef

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van deze afbeelding?
A
leuker maken
B
informatie toevoegen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil weten welke de favoriete sport van inwoners in Parkstad is.
Ik interview dan de volgende groep:
A
Toeschouwers RJC bij het verlaten van het stadion.
B
Leerlingen op de pauzeplaats van Brandenberg
C
Willekeurige voorbijgangers in een winkelstraat in Heerlen
D
Studenten van de opleiding HBO-verpleegkunde

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op je smartphone kun je veel informatie opslaan. Denk aan foto's, muziek en apps. Sleep de icoontjes met geluid op de juiste plaats.

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk


Maak in deze les:

Opgave 89 t/m opgave 96 

Bladzijde 46.


Ben je klaar?

Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!


Succes!


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken. 
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen. 
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn. 
3. Verbeter je antwoorden.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesafsluiting
  • Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

  • Klaar voor de quiz? 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op je smartphone kun je veel informatie opslaan. Denk aan foto's, muziek en apps. Sleep de icoontjes met geluid op de juiste plaats.

Slide 49 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot ziens iedereen

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Populatie
Steekproef
Onderzoek je de hele populatie of doe je een steekproef? Sleep naar de juiste plek.
Gemiddelde tijd die je SLB-groep doet over een toets data
Kwaliteitscontrole op boter in een zuivelproductenfabriek
De gemiddelde brandtijd van lucifers die een fabriek produceert
De schoenmaat van heel het ROC
De schoenmaat van de 1lpb

Slide 51 - Sleepvraag

Vraag de klas of ze de hele populatie  zouden bemeten of  dat ze een steekproef zouden doen.