Taalverzorging 1.8 (les 1 en 2)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek (als je die al hebt)
  • je iPad (dicht)


Les 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek (als je die al hebt)
  • je iPad (dicht)


Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
Fragmenten op pagina:
  • 8 t/m 10
  • 13 t/m 15
  • 88 t/m 90
  • 94 t/m 96

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Herhalen woordsoorten 1.8
  • Welke woordsoorten vind je lastig?
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalverzorging (p. 63)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lw - bn - zn
Het bijvoeglijk naamwoord voegt iets bij aan het zelfstandig naamwoord:

De grijze auto 
Een oude oma
Het onbewoonde eiland
De kleine tafel
zn: Hema, Kees, vrijheid


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in, onder, voor, aan, van, boven, onder,......
Tijdens, gedurende, naar, na, bij...
Voorzetsels

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voegwoorden
Voegwoorden voegen zinsdelen of zinnen samen.

  • Zinsdelen: Ik lust graag appels en peren.
  • Zinnen: Ik had mijn telefoon verloren, maar gelukkig heb ik hem weer gevonden.

Er zijn veel voegwoorden. De bekendste zijn: en, maar, want, of, dus, dat, omdat, terwijl, als, enzovoort.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig werkwoord
- geeft in een zin aan wat het onderwerp DOET.
- komt alleen voor bij het werkwoordelijk gezegde.

Hij fietst naar school.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koppelwerkwoord
- zegt wat het onderwerp IS
- vorm van: zijn, worden, blijven, blijken, schijnen, heten
- komt alleen voor bij het naamwoordelijk gezegde.

Hij is piloot.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hulpwerkwoord
- staat nooit alleen in de zin
- helpt bij het vormen van het gezegde

Ik loop naar school.                      loop = zww
Ik ben naar school gelopen.         gelopen = zww, ben = hww
Mijn moeder had me kunnen brengen.
brengen = zww, had = hww, kunnen = hww

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragend voornaamwoord (vr. vnw.)
Er zijn vier vragende voornaamwoorden:
wie, wat, welk(e), wat voor (een).
Deze vier moet je dus gewoon uit je hoofd leren :)

Vragende voornaamwoorden staan meestal aan het begin van een vraag. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica: Woordsoorten
Elk woord in een zin kan je benoemen.

Welke vind je lastig?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkmoment
  • Maak van 1.8: opdracht 1.
  • Maak opdracht 2. Welke woordsoorten ga je oefenen?
opdr. 4: zn en lw
opdr. 5: bn en vz
opdr. 7: psv en bzv
opdr. 8: av en vrv

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?

Welke vragen heb je?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek (als je die al hebt)
  • je iPad (dicht)


Les 2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
Fragmenten op pagina:
  • 8 t/m 10
  • 13 t/m 15
  • 88 t/m 90
  • 94 t/m 96

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Vragen over woordsoorten?
  • Herhaling theorie 1.8 soorten werkwoorden
  • Aan de slag / extra uitleg VWO tijden van het werkwoord
  • Afsluiting van de les

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten werkwoorden
Wat weet je nog?

Overleg even met je buur.
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Staat nooit alleen in een zin. Kan bij ng en wg
zijn, worden, blijven, etc.
werken, kopen, spelen, etc. 
Ik koop een boek.
Ik ben lang.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan soorten ww
  1. Onderstreep alle ww in de zin.
  2. Zet de zin in andere tijd => pv markeren.
  3. Zoek per zin belangrijkste ww => zww (doen) kww 
  4. Zijn er meer werkwoorden? => hww 

Ik ga met de bus, want ik kan niet fietsen.
Ik kan dit weekend kampioen worden.
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkmoment
  • Opdracht 1.8: keuzeopdrachten gemaakt?
  • Maak van 1.8: 6 en 15.  (havo: bij 15 tijd van de zin => niet)

Af? Kijk na met behulp van het antwoordenboek.
Schrijf je verhaal af en/of benoem de woordsoorten in je verhaal.

VWO uitleg

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijden van het werkwoord (p. 66)
Plaats 1
Plaats 2
Plaats 3
Plaats 4

o.t.t.t. betekent: 
o.v.-.t. betekent: 
onvoltooid/voltooid
tegenwoordig/verleden
toekomend/ niet
tijd

Slide 24 - Tekstslide

Mijn broer had gevoetbald.

Mijn zus zal toch niet de film hebben gemist?
Stappenplan tijden ww
  1. Onderstreep alle ww in de zin.
  2. Vd en hww? Ja => plaats 1 v, nee => plaats 1 o
  3. Pv zoeken. tegenwoordig plaats 2 of verleden plaats 2
  4. Vorm van zullen? Ja => plaats 3 t, nee => plaats 3 leeg
  5. Plaats 4 altijd t van tijd.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkmoment
  • Opdracht 1.8: keuzeopdrachten gemaakt?
  • Maak van 1.8: 6 en 15 (havo: bij 15 tijd van de zin => niet)

Af? Kijk na met behulp van het antwoordenboek.
Schrijf je verhaal af en/of benoem de woordsoorten in je verhaal.

VWO: 6, 11, 12, 13, 15.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies