4.4 Het Hart

4.4 Het Hart     
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Het Hart     

Slide 1 - Tekstslide

Nog even ter herinnering:

Deze les bestaat uit:
Terugblik op vorige les (gele slides)
Uitleg nieuwe stof (witte slides)
Afsluitquizje (blauw)
Slide met opdracht (groen)


Door op deze rode bolletjes met vraagtekens te klikken opent er zich een venstertje met ietsjes meer uitleg. 
Klik hier om de fantastische stem van mevrouw America te horen!
En klik hier op om te zien wat er dan gebeurt!
Op sommige afbeeldingen kun je klikken om in te zoomen. Zoals deze. Probeer maar.  

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 4 - Quizvraag


Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 5 - Quizvraag


Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Slide 6 - Quizvraag

Naar welke bloedsomloop gaat het bloed vanuit de rechterkamer?
A
De grote
B
de kleine

Slide 7 - Quizvraag

Laag A in de
reageerbuis, bevat
A
Bloedplasma
B
witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes en witte bloedcellen

Slide 8 - Quizvraag

Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen

Slide 9 - Quizvraag

De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen

Slide 10 - Quizvraag

Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Doel van de les
  • 5 Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
  • 6 Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

De buitenkant
Het hart is een holle spier. Over het hart lopen kleine slagaders en aders. Door de kransslagaders stroomt bloed met veel zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier. De kransslagaders zijn aftakkingen van de aorta. Door de kransaders stroomt bloed met veel koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg van de hartspier.
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Rechterboezem
Linkerboezem
Aorta
Rechterkamer
Linkerkamer
Kransslagader
Kransader

Slide 16 - Tekstslide

De binnenkant
2 harthelften linker        en rechter
Elke harthelft een boezem         en een kamer
Kamers: sterke wand
Boezems: dunne wand
De helften worden gescheiden door de harttussenwand.
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7

Slide 17 - Tekstslide

Zuurstofarm bloed uit de organen in het hoofd en uit de armen stroomt het hart binnen via de bovenste holle ader. Uit de organen in de romp en uit de benen stroomt zuurstofarm bloed het hart binnen via de onderste holle ader. Beide holle aders monden uit in de rechterboezem. Ook de kransaders komen uit in de rechterboezem.
Rechterboezem verzamelt bloed uit het lichaam en pompt het naar de rechterkamer
Klep tussen de rechterboezem en rechterkamer
Rechterkamer pompt bloed naar de longen
Linkerkamer pompt bloed naar het lichaam
Klep tussen linkerboezem en linkerkamer
Linkerboezem verzamelt bloed uit de longen en pompt het naar de linkerkamer
Holle ader zuurstofarm bloed gaat terug het hart in. 
Aorta zuurstoftijk bloed gaat naar het lichaam. 

Slide 18 - Tekstslide

Kransslagaders en Kransaders
  • Het hart gebruikt niet het zuurstof of de voedingstoffen uit het bloed dat het pompt
  • Het hart heeft wel veel zuurstof en voedingstoffen nodig.
  • Deze krijgt hij van de kransslagaders.
  • De afvalstoffen en koolstofdioxide worden weggevoerd door de kransaders.
  • Verstoppingen van de kransslagaders veroorzaken hartinfarcten. 

Slide 19 - Tekstslide

Hartkleppen
Om te voorkomen dat het bloed weer terugstroomt heeft het hart kleppen. 
Deze kleppen zitten tussen de boezems en de kamers (zodat het bloed niet terugstroomt in de boezems) En tussen de kamers en de slagaders (zodat het bloed niet terug de kamers in stroomt). Op deze manier kan het bloed maar één kant op gaan. 
Halvemaanvormige klep
klep tussen linkerkamer en aorta
Hartklep
klep tussen boezem en kamer
Hartklep
klep tussen boezem en kamer

Slide 20 - Tekstslide

Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open

Slide 21 - Tekstslide

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 22 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen: open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Open
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:

- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open

Slide 23 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Aan het werk! BIOLOGIE VOOR JOU!
Wat? 4.4 Het hart- opdrachten 1 t/m 9.
Opdracht 3 en 6 maak je in je mapje. 
Waar? In je online boek

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

Slide 26 - Tekstslide

Zin in een quizje?

Slide 27 - Tekstslide

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 28 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 29 - Sleepvraag

De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders

Slide 30 - Quizvraag

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 31 - Quizvraag

hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 32 - Quizvraag

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 33 - Quizvraag

hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maan vormige kleppen
B
aderkleppen
C
hartkleppen
D
bloedkleppen

Slide 34 - Quizvraag