Insuline

Insuline
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Insuline

Slide 1 - Tekstslide

Waar wordt insuline geproduceerd?
A
In de maag
B
In de alvleesklier
C
In de lever
D
In de nieren

Slide 2 - Quizvraag

Insuline is een hormoon die koolhydraten(bv suiker) uit het bloed naar ..... brengt.

Slide 3 - Woordweb

Wat doet insuline?
*Insuline zorgt ervoor dat glucose opgenomen wordt in de lichaamscellen waar het als energiebron wordt gebruikt. 


Slide 4 - Tekstslide

*Normaal zorgt het lichaam er voor dat er precies genoeg insuline is om de glucose te verwerken. Zo blijft het bloedglucosegehalte altijd binnen bepaalde grenzen. 
Wat is een hypoglykemie?
Klachten? 

Slide 5 - Tekstslide

Bij een hypo (voluit: hypoglykemie)
 is het bloedsuiker te laag. 

Er zit te weinig bloedglucose (bloedsuiker) in je bloed. Je hebt een hypo als je bloedglucose lager is dan 3,9 mmol/l.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoe kun je hypoglykemie behandelen?
A
Vasten of niet eten
B
Suikers of koolhydraten innemen
C
Veel water drinken
D
Intensieve training doen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een hyperglykemie?
*Vlak na de maaltijden neemt de afgifte van insuline sterk toe om het glucoseaanbod te kunnen verwerken.
*Bij een tekort aan insuline, of als de insuline onvoldoende effect heeft, blijft er te veel glucose in het bloed zitten. Daardoor kunnen er verschillende klachten optreden.

Slide 9 - Tekstslide

Hyperglykemie=
De bloedsuikerspiegel is dan te hoog, dat wil zeggen boven de................ mmol/l.
A
8.0
B
3.9
C
11.1
D
1.0

Slide 10 - Quizvraag

Symptomen bij Hyper

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Vervolg
*Insuline wordt aangemaakt in de alvleesklier(pancreas), die net onder de maag ligt. 


Slide 13 - Tekstslide

Kun je insuline slikken?

Slide 14 - Open vraag

Antwoord
*Maagzuur maakt het hormoon insuline onwerkzaam.
*Insuline zul je moeten spuiten of in je bloedbaan moeten brengen met een pompje. 

Slide 15 - Tekstslide

Waar kun je insuline
injecteren?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Ultra kortwerkende insuline/analoga

*Direct voor de maaltijd of soms meteen na de maaltijd.
*Piek 1-2 uur

*Duur 4-5 uur

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden
*Novorapid®-aspart
*Fiasp® - aspart
*Apidra® -glulisine
*Humalog®– lispro

Slide 19 - Tekstslide

Kortwerkende insuline

*Gewone zogenoemde ‘ regular’ insuline die je 15-30 min. voor de maaltijd injecteert.
*Piek 2-4 uur 

*Duur 6-8 uur


Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden

*Actrapid ®
*Humuline ®
*Insuman 

Slide 21 - Tekstslide

Middellang werkende insuline

*Matig langzame insuline die je bijv. ’s avonds injecteert 
*Piek 4-8 uur

*Duur 10-12 uur

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeelden

*Insulatard® 
*NPH-insuline


Slide 23 - Tekstslide

Lang werkende analoga

*Zeer langzaam opgenomen insuline die heel geleidelijk werkt voor ongeveer een dag
 *Piek geen

*Duur 18-24 uur

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeelden

*Lantus ®largine
*Abasaglar®-glargine
*Levemir®–detemir
*Toujeo®-glargine

Slide 25 - Tekstslide

Mix insulines

*Combinatie van insulinesoorten. Deze worden meestal 2x per dag geïnjecteerd voor het ontbijt en voor de avondmaaltijd.

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeelden
*Humuline mix®- humuline/humuline nph
*Novomix 30/50/70® – aspart/aspart protamine
*Humalog Mix 25® – lispro/lispro protamine
*Ryzodeg®- insuline deglude/insuline aspart

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide