3.6 - Speciale manieren van overerven

Thema 3 - Genetica
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 3 - Genetica

Slide 1 - Tekstslide

Thema 3 - Genetica
3.1 - Fenotype of genotype
3.2 - Geneparen
3.3 - Monohybride kruisingen
3.4 - Geslachtschromosomen
3.5 - Dihybride kruisingen
3.6 - Speciale manieren van overerven
3.7 - Opvoeding of aanleg

Slide 2 - Tekstslide

Thema 3 - Genetica
3.5 - Dihybride kruisingen
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Thema 3 - Genetica
3.6 - Speciale manieren van overerven

Slide 4 - Tekstslide

Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb (A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1-dieren onderling gekruist. In de F2-generatie is het gedeelte dat zwart en ruwharig is:
A
1/16
B
3/16
C
9/16
D
3/4

Slide 5 - Quizvraag

Uitwerking

Slide 6 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt kruisingsschema's maken van onafhankelijke overerving van multiple allelen en frequenties berekenen
Je kunt kruisingsschema's maken van onafhankelijke overerving van lethale allelen en frequenties berekenen
Je kunt kruisingsschema's maken van gekoppelde overerving en frequenties berekenen
Je kunt  uitleggen hoe mitochondriale overerving werkt

Slide 7 - Tekstslide

Overerving
Monohybride - Aa x Aa - AA, aa, Aa (3 mogelijke genotypes)

Dihybride - AaBb x AaBb - AABB, AABb, AAbb, AaBB, AaBb, Aabb, aaBB, aaBb, aabb (9 mogelijke genotypes)

Multiple allelen - 4 mogelijke genotypes

Slide 8 - Tekstslide

Multiple allelen
IA
IB
i

Slide 9 - Tekstslide

Bloedgroepen zeggen welke antigenen je bloedcellen hebben.
Het genotype bij bloedgroepen. 
'I' met een toevoeging. 
Overerving met Multiple Allelen.

Slide 10 - Tekstslide

niet gekoppelde overerving
gekoppelde overerving

Slide 11 - Tekstslide

Notatie bij gekoppelde overerving

Homozygoot dominant: GGNN of              


Overerving verloopt zoals 
normaal

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

P: MH x mh
MH mh
Wat is de F1?
A
MH MH
B
mh MH
C
MmHh
D
Mm Hh

Slide 14 - Quizvraag

P:            MH                 x            mh
                MH                               mh

F1:            MH                  x           MH
                 mh                               mh

F2: 

MH
mh
MH
MH
MH
MH
mh
mh
mh
MH
mh
mh
3 onbehaarde normale & 1 behaarde mandarijn

Slide 15 - Tekstslide

Lethale allelen
Wanneer er bij overerving een allel is betrokken dat in homozygote toestand geen levensvatbaar individu oplevert, noem je dat allel de lethale factor. 

Slide 16 - Tekstslide

Mitochondriale overerving
Eukaryoten (schimmels, planten, dieren) hebben DNA in de celkern, maar dit is niet het enige DNA , er is ook mitochondriaal DNA (mtDNA) in de cel aanwezig in de mitochondriën.

Bij mensen wordt mitochondriaal DNA in principe alleen via moeder overgeërfd. Dit komt omdat de staart van een zaadcel, met daarin de mitochondriën, eraf valt  bij de bevruchting.

Slide 17 - Tekstslide

Vragen

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk
Maken:
66 t/m 74
Lezen:
3.7
Begrippen:
Multiple allelen
Lethale factoren
Gekoppelde genen
Gekoppelde overerving
Mitochondriaal DNA (mDNA)


Slide 19 - Tekstslide

Oefenen
biologiepagina.nl
Oefenbladen
Test Jezelf (online boek) (3.7 nog niet)
Diagnostische toets (3.7 nog niet)

Slide 20 - Tekstslide

Gekoppelde overerving
Gen A en b liggen op hetzelfde chromosoom. En gaan dus in meiose naar dezelfde cel. 

Gen a en B liggen op hetzelfde chromosoom. Dus gaan in de meiose ook naar dezelfde cel. 

Slide 21 - Tekstslide