week 3 ha1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nederlands week 3

les 1: herhaling grammatica

            spelling van meervoudsvormen en verkleinwoorden

les 2: spelling van samenstellingen

            werkwoordspelling

Herhaling grammatica

zinsdelen - werkwoordelijk gezegde - onderwerp

In de krant kun je iedere dag een artikel van een bekende cabaretier lezen.

een artikel van een bekende cabaretier = een zinsdeel

1. goed
2. fout

Meerdere mensen werden onwel tijdens het concert van Coldplay

tijdens het concert van Coldplay = een zinsdeel

1. goed
2. fout

Tijdens de finale van Idols op RTL4 zong de populaire zanger behoorlijk vals.

Tijdens de finale van Idols = een zinsdeel

1. goed
2. fout

Kun je niet eens zelf die vieze trui in de wasmand doen?

die vieze trui in de wasmand = een zinsdeel

1. goed
2. fout

De leerlingen gingen zingend naar het zwembad.

gingen = wwg

1. goed
2. fout

Met dit warme weer moet je niet willen hardlopen.

moet hardlopen = wwg

1. goed
2. fout

De buurjongen staat keihard onder de douche te zingen.

staat zingen = wwg

1. goed
2. fout

Waarom schrijf je je eigen naam niet met een hoofdletter op je blaadje?

schrijf = wwg

1. goed
2. fout

Wil jij straks de planten even water geven?

water = onderwerp

1. goed
2. fout

In de winter moeten veel mensen ’s ochtends hun autoruiten krabben.

veel mensen = onderwerp

1. goed
2. fout

Voor de wintersport worden alle nieuwe ski’s door Dieuwertje getest.

alle nieuwe ski's = onderwerp

1. goed
2. fout

Tijdens onze afwezigheid is onze kat met de noorderzon vertrokken.

Tijdens onze afwezigheid = onderwerp

1. goed
2. fout

Met behulp van een tractor trok de boer de koe uit de sloot.

Hoeveel zinsdelen?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

5 zinsdelen

Met behulp van een tractor / trok / de boer / de koe / uit de sloot.

Met behulp van een tractor trok de boer de koe uit de sloot.

werkwoordelijk gezegde?

Met behulp van een tractor trok de boer de koe uit de sloot.

onderwerp?

Met oud en nieuw van afgelopen jaar keken veel mensen op de televisie uren naar de oudejaarsconferentie.

Hoeveel zinsdelen?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

6 zinsdelen

Met oud en nieuw van afgelopen jaar / keken / veel mensen / op de televisie / uren / naar de oudejaarsconferentie. 

Met oud en nieuw van afgelopen jaar keken veel mensen op de televisie uren naar de oudejaarsconferentie.

werkwoordelijk gezegde?

Met oud en nieuw van afgelopen jaar keken veel mensen op de televisie uren naar de oudejaarsconferentie.

onderwerp?

Dat lang bewaarde geheim zou binnen jouw vriendengroep nooit doorverteld mogen worden aan anderen.

Hoeveel zinsdelen?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

5 zinsdelen

Dat lang bewaarde geheim / zou / binnen jouw vriendengroep / nooit / doorverteld mogen worden / aan anderen.

De werkwoorden vormen samen één zinsdeel.

Dat lang bewaarde geheim zou binnen jouw vriendengroep nooit doorverteld mogen worden aan anderen.

werkwoordelijk gezegde?

Dat lang bewaarde geheim zou binnen jouw vriendengroep nooit doorverteld mogen worden aan anderen.

onderwerp?

Spelling

meervoud van zelfstandige naamwoorden

Spelling

verkleinwoorden

Weektaak

S4 Spellingsregels:

meervoud van zelfstandige naamwoorden: opdr. 1 t/m 3

Verkleinwoorden: opdr. 1 + 2

Samenstellingen: opdr. 1 t/m 5

S5 Werkwoordspelling:

Orientatie op de paragraaf: opdr. 1 en 2

Werkwoorden vervoegen: opdr. 1 t/m 3

Persoonsvorm tegenwoordige tijd: opdr. 1 t/m 4

Jeugdjournaal

Afmaken buiten de lessen om of als je je weektaak af hebt.

Inleverdatum: 1 februari (ha1a)

2 februari (ha1b)