FP 19 De bloedstolling

H19 De Bloedstolling
Antitrombotica
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
FarmMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H19 De Bloedstolling
Antitrombotica

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken BSP les
Op tijd in de les zijn
Lesmateriaal meenemen
Opdrachten gemaakt
Mobiel in de tas
Tas op de grond
Geen oortjes in

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
Hebben jullie vragen over de vorige les?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antistollingsmiddelen

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aandoeningen waarbij antistollingsmiddelen worden voorgeschreven

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht H19.1 en H19.2 Bloedstolling


15 minuten!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke 3 processen bestaat het bloedstollingsproces?

Slide 14 - Open vraag

Trombocytenaggregatie
fibrine vezels

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trombose
Stolling is belangrijk bij een wond!

Bij trombose is er stolling IN een bloedvat 
zonder dat er een wond is! 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Arteriële trombose                  Veneuze trombose

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trombocytenaggregatieremmers

- Maagbescherming

- KNMP

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je bij
Gezondheidskunde geleerd
wat van belang is voor de BSP?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je van deze les mee naar de praktijk (apotheek)?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les






Dank jullie wel!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Rivaroxaban?
A
Trombocyten aggregatieremmers
B
Heparines
C
Vitamine K antagonisten
D
DOAC

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Dipyridamol?
A
Trombocyten aggregatieremmers
B
Heparines
C
Vitamine K antagonisten
D
DOAC

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Acenocoumarol?
A
Trombocyten aggregatieremmers
B
Heparines
C
Vitamine K antagonisten
D
DOAC

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Acetylsalicylzuur?
A
Trombocyten aggregatieremmers
B
Heparines
C
Vitamine K antagonisten
D
DOAC

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Nadroparine?
A
Trombocyten aggregatieremmers
B
Heparines
C
Vitamine K antagonisten
D
DOAC

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Fenprocoumon?
A
Trombocyten aggregatieremmers
B
Heparines
C
Vitamine K antagonisten
D
DOAC

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke geneesmiddelengroep hoort het middel Streptokinase?
A
Trombocyten aggregatieremmers
B
Trombolytica
C
Vitamine K antagonisten
D
DOAC

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke anticoagulantia beïnvloeden de stolling INDIRECT?
A
Directe orale anticoagulantia
B
Heparines
C
Trombocyten aggregatieremmers
D
Vitamine K antagonisten

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke farmacotherapeutische groep beïnvloeden de hechting van bloedplaatjes aan de vaatwand?
A
Directe orale anticoagulantia
B
Heparines
C
Trombocyten aggregatieremmers
D
Vitamine K antagonisten

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke farmacotherapeutische groep hecht zich in de lever waar ook vitamine K zich hecht?
A
Directe orale anticoagulantia
B
Heparines
C
Trombocyten aggregatieremmers
D
Vitamine K antagonisten

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke subcutane anticoagulantia beïnvloeden de stolling DIRECT?
A
Directe orale anticoagulantia
B
Heparines
C
Trombocyten aggregatieremmers
D
Vitamine K antagonisten

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke farmacotherapeutische groep remt de stollingsfactor trombine af of Factor Xa?
A
Directe orale anticoagulantia
B
Heparines
C
Trombocyten aggregatieremmers
D
Vitamine K antagonisten

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies