les 6: Wat is elektriciteit (2.3)

Wat is elektriciteit
(blz. 77)
Benodigheden
- Boek, schrift, iPad
- Pen, potlood, geo



Tassen in
de tassenkast
Telefoons in de telefoontas
Bluetooth 
- AAN
- VPN uit
    
- Lesdoellen (5 min)
- Inhoud (15 min)
- Zelfstandig werken
    (20 min)
- Nakijken (8 min)
- Les afsluiting (2 min)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is elektriciteit
(blz. 77)
Benodigheden
- Boek, schrift, iPad
- Pen, potlood, geo



Tassen in
de tassenkast
Telefoons in de telefoontas
Bluetooth 
- AAN
- VPN uit
    
- Lesdoellen (5 min)
- Inhoud (15 min)
- Zelfstandig werken
    (20 min)
- Nakijken (8 min)
- Les afsluiting (2 min)

Slide 1 - Tekstslide

                       Lesdoelen:
- je weet wat een stroomkring is
-je weet hoe je een stroom moet meten
-je weet wat een serieschakeling is
-je weet wat een parallelschakeling is
-je kunt stroomsterktes in beide kringen uitrekenen
-Leg uit wat elektriciteit is.



Slide 2 - Tekstslide

Elektrische stroomkring
  • Elektriciteit stroomt uitsluitend in 
        een gesloten kring, de stroomkring.
  • Een stroomkring bestaat minimaal uit:
       - Een spanningsbron,
       - Een elektrisch apparaat en
       - Aansluitdraden (koper)
Uitschakelen: Als je de stroomkring ergens onderbreekt.

Slide 3 - Tekstslide

Stroomterkte
  • Stroomsterkte: de grootte van de 
        stroom in de stroomkring.
  • De stroomsterkte is overal in de 
        serie kring evengroot.
Je kan zeggen een klant betaal een energiebedrijf voor het pompen van energie. Ze maken niet zelf stroom.

Slide 4 - Tekstslide

Schakelschema
Voor een stroomkring teken je een overzichtelijke schema: het schakelschema. Voor elk onderdeel gebruik je een symbool.

Slide 5 - Tekstslide

Schakelschema
  • De symbolen verbind je 
        met rechte lijnen.
  • Deze rechte lijnen maak je 
        met een geodriehoek.
  • Schakelschemas teken je 
        met een potlood.

Slide 6 - Tekstslide

Schakelschema van een zaklamp

Slide 7 - Tekstslide

Wat stroomt er eigenlijk?
Elektronen
  • Deze deeltijes zijn elektrisch gelade deeltjes
  • die heel klein zijn
Bij bliksem en bij een plasma 
bol zie je niet de elektronen, 
maar je ziet wel waar de stroom loopt.

Slide 8 - Tekstslide

Voorstelling van stroom

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De elektrische stroom gaat altijd van de spanningsbron naar het apparaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

In de afvoerdraad is de stroom even groot als in de aanvoerdraad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Een lampje gaat pas branden als er elektronen door gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Door een isolator kunnen geen elektronen vloeien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

In een afvoerdraad werkt een schakelaar niet, want de elektronen zijn al door het apparaat gegaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Maak opgaven 42 t/m 48 (blz. 79)
ALS JE KLAAR BENT: Speel met de simulatie op de volgende dia
timer
15:00
REGELS:
  • Schrijven in je schrift


  • Hulp: je boek
  • Geen overleg

  • Over ... minuten bespreken we de opgaven

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting 2.3
  • Elektriciteit is de vloei van elektronen.
  • Voor een elektrische stroom zijn een 
        spanningsbron, en een geslote kring 
        nodig.
  • Een stroomkring teken je in een schakelschema.
  • Een geleider laat een elektrische stroom goed door en een isolator niet.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide