Werkwoordspelling week 2 verleden tijd

Welkom bij Nederlands! 
Leg alvast je schrift op tafel! 
timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands! 
Leg alvast je schrift op tafel! 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen tegenwoordige tijd
  • Uitleg verleden tijd klankvaste werkwoorden
  • UItleg verleden tijd klankveranderende werkwoorden
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik, ....jij?                            Ik vorm
Hij/zij/het                        Ik vorm + t
Wij/zij                                Hele werkwoord

Ikvorm is dus heel belangrijk. Ook straks voor de verleden tijd!

Slide 3 - Tekstslide

Let op: ..... jij? is hetzelfde als de ik-vorm



Word jij nu echt boos?
Loop jij door de straat?
Fiets jij op het fietspad?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je (meestal) de ik-vorm van een werkwoord?

Slide 5 - Open vraag

Vul het juiste woord in:
Justin (besteden) veel tijd aan voetbal.

Slide 6 - Open vraag

Verleden tijd klankvaste werkwoorden


Slide 7 - Tekstslide

Eerst de ik-vorm tt, daarna de rest

Slide 8 - Tekstslide

Welke van de volgende woorden horen bij 't ex-kofschip? Bewaren, dansen, timmeren, klappen

Slide 9 - Open vraag

Hij-vorm verleden tijd van spelen: Eerst de ik-vorm noteren, daarna de rest

Slide 10 - Open vraag

Pak je schrift, de docent noemt verschillende klankvaste werkwoorden, jij noteert de juiste vorm

Slide 11 - Tekstslide

Klankveranderende ww
Woorden die van klank veranderen in de verleden tijd.
Bijvoorbeeld: lopen wordt liepen. 

Slide 12 - Tekstslide

Noteer zelf 1 of meer klankveranderende werkwoorden

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
  • Blok 3 spelling opdracht 24.1 t/m 26.
  • Neem je leesboek donderdag mee.

Slide 15 - Tekstslide