Week 39 Nederlands 2L

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Plattegrond 2L

Slide 2 - Tekstslide

Mobiele telefoon in je tas! 

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken in de les




  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en een etui met meerdere pennen.
  • Spullen en huiswerk (ook als het huiswerk niet volledig is) niet op orde: BV/HV op Magister. 
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 4 - Tekstslide

Week 39  25 september
29 september2023
  • Weektaken huiswerk 
  • Een keer per week controle huiswerk. 
  • Lezen van boeken en lezen in de les.
  • Uitleg RTTI.
  • ejtvr: code LessonUp
  • Alle communicatie via magister
  • Agenda!!!!!
  • So spelling : 1 november. Agenda check!!
  • Boekentoets (1 boek): 14 november
  • Vervolg spelling - voltooid deelwoord

Slide 5 - Tekstslide

Boekenlijst 2L
  • Dit schooljaar lees je vier boeken of meer!!!
  • Niveau => zie lijst 2/3 (boek 1 en 2). 
  • Niveau 3 (boek 3 en 4). 
  • 12 t/m 15 jaar. Lezenvoordelijst.nl







Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 6 - Tekstslide

PTD rapportperiode 1 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
101
SO
Schrijfvaardigheid en spelling H. 12, 13, 27, 28, 42 en 43
45 min
1
Nee
102
SO
Fictie theorie H. 7, H8, H22, H23 en 1 boek 
45 min
1
Nee

Slide 7 - Tekstslide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week:

  • Je leert werkwoorden correct spellen.
  • Je leert wat perspectief is en welke soorten er zijn.
  • Je leert de regels voor het gebruik van hoofdletters en leestekens.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Lees de theorie op bladzijde 56
Maak opdracht 6 t/m 9 op bladzijde 57
Lees de theorie op bladzijde 110




Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 111

Slide 10 - Tekstslide

Weektaak 39

  • Lees de theorie op bladzijde 112
  • Maak opdracht 7 en 8 op bladzijde 113
  • Lees de theorie op bladzijde 114
  • Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 115

Slide 11 - Tekstslide

Herhaling vorige week
Gestart met spelling en het schijven van een verhaal.

Slide 12 - Tekstslide

Controleer je huiswerk. De antwoorden staan aan het eind van de les!

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 14 - Tekstslide

27. werkwoordspelling p. 110
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Onregelmatige werkwoorden (hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen). Er verandert meer dan alleen de klank.

Slide 15 - Tekstslide

27. werkwoordspelling p. 112
  • Voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord
  • Schrijf het voltooid deelwoord zoals je het hoort, zo eenvoudig mogelijk.
  • T of d? Maak het voltooid deelwoord langer.
  • Twijfel? Gebruik 't sexy fokschaapje.

Slide 16 - Tekstslide

Lezen en maken (geen huiswerk)
Perspectief
  • Lees bladzijde 34

  • Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 34

Slide 17 - Tekstslide

Perspectief p. 34

Slide 18 - Tekstslide

Perspectief p. 34

Slide 19 - Tekstslide

Perspectief p. 34

Slide 20 - Tekstslide

Perspectief p. 34

Slide 21 - Tekstslide

Perspectief p. 34

Slide 22 - Tekstslide

Perspectief p. 34

Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • je leert samengestelde woorden juist spellen.
  • Je leert werkwoorden correct spellen.
  • Je leert wat spanning is en hoe de schrijver spanning gebruikt om de aandacht vast te houden.

Slide 24 - Tekstslide

RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.

Slide 25 - Tekstslide

1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.

Slide 26 - Tekstslide

T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.

Slide 27 - Tekstslide

I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.

Slide 28 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord p. 52

Slide 29 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 30 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 31 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 32 - Tekstslide

13. samenstellingen p. 54

Slide 33 - Tekstslide

13. samenstellingen p. 54

Slide 34 - Tekstslide

13. samenstellingen p. 54

Slide 35 - Tekstslide

Spanning (bladzijde 31)

Slide 36 - Tekstslide

Spanning (bladzijde 31)

Slide 37 - Tekstslide

Spanning (bladzijde 31)

Slide 38 - Tekstslide

OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!
 

Slide 39 - Tekstslide