Communicatie van vroeger les 3

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5-8

0.55 seconden

Wat weet je nog van de vorige les?

Doelen voor vandaag

1. Ik weet hoe ik een werkstuk schrijf.
2. Ik weet wat ik in hoofdstuk 2 moet schrijven.
3. Ik weet wat goede internetbronnen zijn.

Wie is er begonnen met hoofdstuk 1?

Een lijst van alle bronnen die je hebt gebruikt.

Website: Naam website, titel, link

Boek: Naam schrijver, titel

Wat je ervan vond.

Hoe het is gegaan.

Wat je hebt geleerd.

1. Uitvinder

2. Uitvinding

3. Van toen naar nu

Wat is de opdracht?

Waarom heb jij voor dit onderwerp gekozen?

Hoofdstukken en paginanummer.

Titel (naam uitvinder)

Afbeelding uitvinder + uitvinding

Voornaam + achternaam

Leerplein+ datum + domein + stap

Voorblad

Inhoudsopgave

Voorwoord

Hoofdstukken

Nawoord

Bronnenlijst

De opbouw van een werkstuk

Werkstuk: voorblad, inhoudsopgave

Voorblad:

• Titel (naam uitvinder)
• Afbeelding uitvinder + uitvinding
• Voornaam + achternaam
• Leerplein+ datum + domein + stap

Inhoudsopgave

• Hoofdstukken en paginanummer

Werkstuk: voorwoord, hoofdstukken

Voorwoord:

• Wat is de opdracht?
• Waarom heb jij voor dit onderwerp gekozen?

Hoofdstukken:

1. Uitvinder

2. Uitvinding

3. Van toen naar nu

- Titel

Werkstuk: nawoord, bronnenlijst

Nawoord

• Wat heb ik geleerd?
  
• Wat vond je leuk/ minder leuk?
  
• Wat ging er goed/ kan je nog leren?

Bronnenlijst (stap 10)

Website:

• Naam website, titel, link
  

Boek:

• Naam schrijver, titel

Voorbeeld bronnenlijst:

Website: 

Boek: 

- .......

- .......

- .......

- ......

Eindopdracht GO 2

Je gaat een werkstuk schrijven over een uitvinder die een communicatiemiddel heeft uitgevonden. Het bestaat uit 3 hoofdstukken:

   

• H1: Uitvinder (les 2)
• H2: Uitvinding (Les 3)
• H3: Vroeger en nu (Les 4)

Wie heeft er wel eens gehoord van de 5 W's + 1H?

5 W's + 1H

1. Wie
2. Wat
3. Waar
4. Wanneer
5. Waarom

1. Hoe

Hoofdstuk 2: uitvinding

Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?

• Wie: wie heeft/hebben het uitgevonden?
• Wat: wat is de uitvinding?
• Waar: waar is het uitgevonden (welk land)?
• Wanneer: wanneer is het uitgevonden (jaar)?
• Waarom: waarom is het uitgevonden?
• Hoe: hoe is het uitgevonden?

Kan jij nu al de 5W1H invullen voor jouw hoofdstuk 2? Vul zoveel mogelijk in.
(wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe)

Bronnen

Bronnenchecklist: veiligheid

• Slotje in de internetbalk.
• Klik nooit op winacties. 
• Opmaak van de site.

Twijfel je, vragen aan juf/meester kan altijd.

Bronnenchecklist: betrouwbaarheid

Is deze bron (deze tekst, dit plaatje, dit filmpje) betrouwbaar?

• Wie heeft het gemaakt of geschreven?
• Was deze persoon zelf bij de gebeurtenis (ooggetuige) of heeft hij informatie van anderen gebruikt?
• Staan er feiten of meningen in de bron, of allebei?

Voorbeelden van goede bronnen

• Canon van Nederland: https://www.canonvannederland.nl/
• WikiKids: https://wikikids.nl/
• Geschiedenis voor kinderen: https://www.geschiedenisvoorkinderen.nl/

www.canonvannederland.nl

npokennis.nl

Voorbeelden van bronnen met filmpjes

• SchoolTV: https://schooltv.nl/
• Klokhuis: https://www.hetklokhuis.nl/
• Willem Wever: https://willemwever.kro-ncrv.nl/
• Zapp: https://www.zapp.nl/
• Welkom in de geschiedenis: https://www.zapp.nl/programmas/welkom-in-de-geschiedenis

0.55 seconden

Waaraan kan je zien dat een website veilig is?

1. Het uiterlijk van de website.
2. Als je een iets kan winnen.
3. Als er op de website staat dat het veilig is.
4. Het slotje bij de websitebalk.

Heb je het werkstuk al gedeeld?

Ja? Helemaal goed!

Nee? Doe dat dan vandaag!

Ik kom langs.

[e-mail]

Waar kan ik de lessonups vinden?

1. Handboek
2. Nederlands
3. Geel/oranje (dus niet 7/8)
4. GO   2.1,   2.2,    2.3

Bij 2.3 vindt je de Lessonup, een stappenplan en handige linkjes!

Hoofdstuk 2: uitvinding

Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?

• Wie: wie heeft/hebben het uitgevonden?
• Wat: wat is de uitvinding?
• Waar: waar is het uitgevonden (welk land)?
• Wanneer: wanneer is het uitgevonden (jaar)?
• Waarom: waarom is het uitgevonden?
• Hoe: hoe is het uitgevonden?

Ik wil nog extra uitleg/hulp.

Ja, over de opdracht.

Ja, over bronnen.

Ja, hulp met hoofdstuk 1.

Ja, hulp met hoofdstuk 2.

Nee, ik ga zelf aan het werk.

Stap  >10:

• Online verslag
• Voorblad
• Voorwoord minimaal 100  woorden
• Inhoudsopgave (hoofdstukindeling)
• Minimaal 3 hoofdstukken.
• Minimaal 250 woorden per hoofdstuk
• Afbeeldingen
• Nawoord minimaal 100 woorden

• Lettertype Arial 12

250 woorden is ongeveer half A4'tje

Stap 10:

• Online verslag
• Voorblad
• Voorwoord minimaal 150 woorden
• Inhoudsopgave (hoofdstukindeling)
• Minimaal 3 hoofdstukken.
• Minimaal 400  woorden per hoofdstuk
• Afbeeldingen
• Nawoord minimaal 150 woorden
• Bronnenlijst

• Lettertype Arial 12

500 woorden is ongeveer 1 A4'tje

Hoofdstuk 1: uitvinder

• 5W's & H: Wie, wat, waar, wanneer, waarom*
• Aanvullen met andere info

Voorbeeld:

• Wie: Alexander Graham Bell, Schots
• Wat: Uitvinder van de telefoon
• Waar: Noord - Amerika
• Wanneer: Geboren - 1847/ telefoon - 1876
• Waarom*: 

Verhuisd naar Amerika

Patent aangevraagd (wat is patent?)

Welke doelen heb jij behaald:
1. Ik weet hoe ik een werkstuk schrijf.
2. Ik weet wat ik in hoofdstuk 2 moet schrijven.
3. Ik weet wat goede internetbronnen zijn.