2.3 Koopkracht

2.3 Koopkracht 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.3 Koopkracht 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling
- Paragaaf 2.3
- Aan de slag! 
- Terugblik en afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Staafdiagram
- Waar geven jongens meer geld aan uit dan meisjes?

Slide 3 - Tekstslide

Ik krijg 200 euro kleedgeld per maand. Hoeveel krijg ik dan per week?

Slide 4 - Open vraag

Er waren 25 leerlingen in de klas. Nu zitten er 30 in. Met hoeveel procent is het aantal leerlingen gestegen?

Slide 5 - Open vraag

Bij de BCC kost een scherm 399 euro. Bij Coolblue kost hetzelfde scherm 380 euro. Hoeveel procent is het scherm bij Coolblue goedkoper dan bij BCC?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen paragaaf 2.3 
-  De soorten inflatie uitleggen en onderscheiden
- Invloed van inflatie op de koopkracht beschrijven
- Rekenen met indexcijfers
- De koopkracht, inkomens en prijzen berekenen met indexcijfers

Slide 7 - Tekstslide

Hoe merken jullie dat prijzen stijgen van goederen en diensten die jullie willen kopen?

Slide 8 - Woordweb

Hoe heet het als goederen en diensten duurder worden?

Slide 9 - Woordweb

Inflatie
- Kosteninflatie -> Product wordt duurder om te maken 
- bestedingsinflatie -> Producten worden duurder omdat ze gewild zijn. 

- CBS 
- Inflatiecijfer geeft prijzen weer ten opzichte van jaar eerder

Slide 10 - Tekstslide

Inflatie en effect op koopkracht 
- Koopkracht 

(Hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen)


Slide 11 - Tekstslide

Wat gebeurt er met je koopkracht als de prijzen harder stijgen als je inkomen?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Het gemiddelde prijspeil is in 2014 €20,11 euro. Dit is tevens het basisjaar. In 2016 is het gemiddelde prijspeil €23,06 euro. Wat is het prijsindexcijfer in 2016?

Slide 14 - Open vraag

Wat gebeurt er met onze koopkracht?
- Nominaal inkomen = Geldbedrag dat je krijg.  (Nominaal indexcijfer)

- Inflatie = Algemene stijging van de prijzen.       (Prijs indexcijfer)

- Reële inkomen = Koopkracht, wat laat zien hoeveel je nominaal kunt kopen gecorrigeerd door de inflatie.                                     (Reële indexcijfer)

Ric = Nic/Pic 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Het nominale inkomen stijgt in 2022 met 1,9%. De inflatie is in dat jaar 0,3%. Wat is het reële inkomen?

Slide 17 - Open vraag

Opdrachten maken! 
  • ga aan de slag met de opdrachten van 2.3:


Slide 18 - Tekstslide

Terugblik en afsluiting

  • Paragaaf 2.3
  • Volgende les! 
  • Vragen? Opmerkingen? 

Slide 19 - Tekstslide