Lezen-Woordenschat

Nederlands
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1-4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Wat levert het lezen van boeken mij nu op?
  • Je leert over andere werelden/levens/onderwerpen
  • Je leert je beter in te leven in mensen in het dagelijks leven
  • Je kan meer begrip opbrengen voor anderen
  • Je legt gemakkelijker nieuwe contacten
  • Je woordenschat groeit 
  • Je taalvaardigheid groeit
  • Het zorgt voor ontspanning en plezier! 

Slide 2 - Tekstslide

Wat levert het lezen van boeken mij later op?
Vaardige lezers vinden gemakkelijker een baan, verdienen beter en hebben betere vooruitzichten op een goede loopbaan.

Slide 3 - Tekstslide

Klein voorbeeldje...
Hiernaast zie je een stukje tekst. Dit is een stukje samenvatting van auto-theorie. 

Als jij ooit je rijbewijs wilt halen moet jij dus eerst goed kunnen lezen!

En dit is pas één van de vele voorbeelden...

Slide 4 - Tekstslide

Genres
Boeken hebben allemaal een ander 'genre': een thema waarover het boek gaat. Er zijn heel veel verschillende genres, omdat er ook heel veel verschillende mensen zijn.

Er is dus voor iedereen wel één genre interessant! 

Wat vind jij leuk om te lezen? (boeken over sport, liefde, drugs, voetbal, meidenboeken, oorlog, historische boeken, sciencefiction, comedy, griezelverhalen, sprookjes, spanning)

Slide 5 - Tekstslide

Fictie of non-fictie
Fictie betekent verzonnen. Een schrijver heeft een verhaal bedacht. De personen uit het verhaal bestaan niet echt en de gebeurtenissen in het verhaal zijn niet echt gebeurd.

Non-fictie betekent niet verzonnen. Een schrijver schrijft over personen die echt bestaan en gebeurtenissen die echt gebeurd zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Realistisch
Sommige verhalen zijn verzonnen, maar wel realistisch. Dat wat er in het verhaal gebeurt, zou in het echt ook kunnen gebeuren.
Bijvoorbeeld het boek Spijt van Carry Slee. In dit verhaal wordt een jongen gepest. Dit is een geloofwaardig, realistisch verhaal. 

Andere verhalen zijn verzonnen, maar niet realistisch. Dat wat er in het verhaal gebeurt, kan in het echt niet gebeuren.
Bijvoorbeeld een verhaal waarin dieren met elkaar praten. Dat is niet geloofwaardig.

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor soort genres heb je ooit al eens gelezen? Benoem er minimaal 3!

Slide 8 - Open vraag

Welk genre boeken vindt jij het leukst om te lezen?

Slide 9 - Open vraag

Welk boek heb jij voor het laatst gelezen en waarom moeten je klasgenoten dit boek wel of niet gaan lezen?

Slide 10 - Open vraag

Aan het werk!


Slide 11 - Tekstslide