Vakdidactiek - ander perspectief innemen 3
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Het innemen van een ander perspectief is jezelf verplaatsen in de situatie van de ander
A
Niet waar
B
Waar
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe doe je dat:
innemen van een ander perspectief?
innemen van een ander perspectief?
A
Je probeert je in te leven in de situatie van de ander
B
Je denkt na over een andere situatie
C
Je probeert je in te leven in de situatie van de ander en bedenkt wat je ervan vind
D
Je kijkt naar iemand die anders denkt
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het nut van het innemen van een ander perspectief?
A
Begrip voor de situatie van de ander
B
Alles wat hier staat
C
Conflicten voorkomen/ oplossen
D
Draagt bij aan een goede samenwerking
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar wordt perspectief door beïnvloed?
A
Waarneming
B
Referentiekaders
C
Waarneming en referentiekaders
D
Selectieve waarneming
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Maak het vierkant ongeveer 1,5 keer zo groot, door 2 punten te verplaatsen.
(trek diagonaal een streep)
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
We gaan met stellingen aan de slag.
De bedoeling is dat je een mening vormt over een stelling en dat je kan onderbouwen. Leerlingen bespreken met elkaar waarom ze aan dezelfde zijde staan. Vervolgens gaan jullie elkaar vragen stellen.
REGELS:
- In dialoog (hoeven elkaar niet te overtuigen, alle meningen mogen er zijn)
- Stel vragen, om het perspectief van een ander te begrijpen
Met leerlingen vormgeven: vragen die ze kunnen stellen (en op het bord schrijven). Ze gaan vragen stellen aan de andere partij, om te achterhalen waarom iemand die keuze heeft gemaakt.
- waarom?
- heb je een voorbeeld?
- doorvragen...
Steeds na iedere stelling, terugblikken op hetgeen er gezegd is:
Welke ideeën waren hetzelfde? Met wie waren de leerlingen het eens? Waar was je over verbaasd?
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Na het gesprek over waarom iedereen eens/ oneens is, de vraag:
- Wat als je docent bent?
- Wat als je een examen hebt?
Slide 15 - Tekstslide
Wat als je een kleine onderneming hebt en maar net alles kan betalen?
Denk aan: kapper, hovenier, stukadoor
Slide 16 - Tekstslide
Na het gesprek over waarom iedereen eens/ oneens is, de vraag:
- En als je nu een medewerker bent die er werkt?
- En als je nu de baas/ leidinggevende bent?
Slide 17 - Tekstslide
Hoe vond je het om het perspectief van een ander in te nemen?
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
