Examenbundel - vidéo - F7

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

(1/4) Kies het antwoord dat niet juist is.
Waar is Châtillon?

A
In de provincie Hauts-de-Seine.
B
In de buitenwijken van Parijs.
C
In het centrum van Parijs.

Slide 5 - Quizvraag

(2/4) Waarom hebben Michaël et Laetitia Parijs verlaten?

Slide 6 - Open vraag

(3/4) Wat is het beroep van Michaël?

Slide 7 - Open vraag

(4/4) Wat zijn de verwachtingen voor de komende jaren in Châtillon?

Slide 8 - Open vraag

F7
Pak jouw huiswerk erbij op p.133 in jouw examenbundel.

Wij gaan tekst F7 samen bespreken. 

Slide 9 - Tekstslide

Welk antwoord heb jij gekozen bij vraag 22?
A
Elle l'appluie.
B
Elle la relativise.
C
Elle s'y oppose.

Slide 10 - Quizvraag

Welk antwoord heb jij gekozen bij vraag 23.
A
Antwoord A
B
Antwoord B
C
Antwoord C
D
Antwoord D

Slide 11 - Quizvraag

Welk antwoord heb je gekozen bij vraag 24?
A
En plus (bovendien)
B
Ensuite (vervolgens)
C
Mais (maar)
D
Par exemple (bijvoorbeeld)

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is jouw antwoord bij opdracht 25?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Welk antwoord heb je bij opdracht 26?
A
Antwoord A - alleen 1 is waar
B
Antwoord B - alleen 2 is waar
C
Antwoord C - 1 en 2 zijn waar
D
Antwoord D - 1 en 2 zijn niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Voeg Franse signaalwoorden toe die je al kent.
Schrijf ook het verband op dat zij aangeven.
Connecteurs

Slide 19 - Woordweb

Vertaal het signaalwoord:
'd'abord'
A
aan boord
B
aangeven
C
ten eerste
D
ten beste

Slide 20 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'puis'
A
want
B
omdat
C
maar
D
vervolgens

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'plus tard'
A
meer
B
dommer
C
later
D
hoger

Slide 22 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'pour'
A
om
B
om te
C
dan
D
dan te

Slide 23 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'comme'
A
zoals
B
omdat
C
maar
D
want

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'ensuite'
A
dus
B
want
C
vervolgens
D
daarvoor

Slide 25 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'grâce à'
A
dankzij
B
dankbaar
C
met gratie
D
met notie

Slide 26 - Quizvraag

doel
gevolg
tijdsbepaling
opsomming / aaneenschakeling
verklaring / uitleg
voorbeeld / vergelijking
et
pour
plus tard
puis
d'abord
:
grâce à
ensuite
comme
aujourd'hui

Slide 27 - Sleepvraag