wi 4V H34 samenvatting

wi 4V H4 Samenvatting
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

wi 4V H4 Samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

3V: Goniometrische verhoudingen
Je kent de goniometrische verhouding 
SOS CAS TOA
Deze kun je gebruiken om hoeken of zijden te berekenen
in rechthoekige driehoeken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de lengte van AB?

Slide 3 - Open vraag

3.1B: Gelijkvormigheid
ΔABCΔDEC
Bereken zijde DE.

Slide 4 - Tekstslide

Zijde DE
AB
AC
DE
AD
14
8
DE
5
8DE=145
8DE=70
DE=870=8,75

Slide 5 - Tekstslide

voorbeeld



 Dus 
A=A
C1=D (rechte hoek)
ABCAED (hh)

Slide 6 - Tekstslide

Gelijke hoeken zoeken.

Slide 7 - Tekstslide

3.1C: Stellingen en definitiets
  • stelling van Thales
  • Def. raaklijn aan cirkel
  • Stelling raaklijn aan cirkel
    Een raaklijn aan een cirkel staat loodrecht op "de straal".
  • Def. afstand punt tot lijn
  • Stelling raaklijn in gemeenschappelijk raakpunt.
  • Stelling afstand punt tot raakpunten

Slide 8 - Tekstslide

De stelling van Thales
Voorbeeld
Bereken de lengte van QR.

Slide 9 - Tekstslide

Cirkels en raaklijnen

Slide 10 - Tekstslide

Rekenregels wortels
ab=ab
a+a=2a
a+b=a+b
cadb=cdab
425=100
45=95
ba=ba

Slide 11 - Tekstslide

Wortels herleiden

Slide 12 - Tekstslide

Vergelijkingen met wortels
Wortels; vergelijking oplossen



Slide 13 - Tekstslide

Vergelijkingen met wortels
7x3=2
isoleer de term(en) met x

deel door 

herleid zo ver mogelijk
x3=72
3
x=372
x=2313316

Slide 14 - Tekstslide

SOS - CAS - TOA
De hoek α is hierboven 
de hoek van  90o.

Slide 15 - Tekstslide

Stand rekenmachine
Je rekenmachine moet op 'deg' staan (mode, mode, ...)
Controle: sin(30) = 0,5 of sin(90) = 1

Slide 16 - Tekstslide

Sinusregel en cosinusregel

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld Sinusregel

Slide 18 - Tekstslide

De sinusregel in stomphoekige driehoeken

  • Omdat is afgesproken dat sin(180 - hoek BAC) = sin(hoek BAC), geldt de sinusregel ook in stomphoekige driehoeken.

Slide 19 - Tekstslide

§4.4A - Herleiden en merkwaardige producten
In de onderbouw heb je geleerd over merkwaardige producten. 
Er zijn er 3:
A2+2AB+B2=(A+B)2
A22AB+B2=(AB)2
A2B2=(A+B)(AB)

Slide 20 - Tekstslide

§4.4A - Herleiden en merkwaardige producten
In §4.4A leer je dat je breuken kunt herleiden (=vereenvoudigen)

Zie de onderstaande breuk, hoe kun je dit vereenvoudigen?

y=2x(x+1)(x3)(x+1)
y=2x(x3)

Slide 21 - Tekstslide

§4.4A - Herleiden en merkwaardige producten
Dus:



Mits 

Bij het herleiden van breuken moet je dus altijd nagaan of er voorwaarden gelden.
y=(x1)x21=x+1
x1

Slide 22 - Tekstslide

4.4B Herleiden en breuken
y=xx12x2
y=(x1x+1)4x
N=4b+3b10500
y=x110x2
y=x25x+26
y=xx2+5x6
BA+C=BA+BC
BA+DC=BDAD+BC
ACB=CAB
BADC=BDAC
(CB)A=ABC=BACC0
C(BA)=BCA

Slide 23 - Tekstslide

4.4C Variabelen vrijmaken bij gebroken functies
y=x32
y=x52x
y=5x+13
x naar links
y naar rechts
herleid

Slide 24 - Tekstslide

4.4D Functie en inverse functie
De inverse functie 
doet het omgekeerde
en de grafiek is gespiegeld in y=x
Bereken inverse functie:
1 neem functie
 2 wissel x en y 
3 druk y uit in x
f(x)=5x12
finv(x)=51x+252
g(x)=3x2
h(x)=31x+32
 g(x) en h(x) elkaars inversen

Slide 25 - Tekstslide

wi 4V H4 4AB
4.4C Variabelen vrijmaken bij gebroken functies

4.4D Functie en inverse functie

Herhalen
4.4A Herleiden van merkwaardige producten
4.4B Herleiden en breuken
y=x32x=y3y+2
finv

Slide 26 - Tekstslide