Mavo 2 Chapter 4 Grammar revision Future and plurals

Today's goals
Aan het eind van de les...
  • ...weet ik wat de drie future tenses zijn en kan ik de drie tijden correct gebruiken.
  • Weet ik hoe je plural nouns correct maak
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today's goals
Aan het eind van de les...
  • ...weet ik wat de drie future tenses zijn en kan ik de drie tijden correct gebruiken.
  • Weet ik hoe je plural nouns correct maak

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  1. Reviewing the rules for the Future Tense and Plural Nouns.
  2. Practicing how to use the plural and future tense (Mock test)
  3. Fun stuff: Blooket

Slide 2 - Tekstslide

For this class you need...
  1. Jouw boek B chapter 4, take notes on page 46 + 51
  2. Iets om mee te schrijven (pen, stift, potlood, enz.)
  3. At the end of the lesson: your chromebook

Slide 3 - Tekstslide

1. Future: present simple future
1. Wanneer gebruik ik het?
  • Volgens een schema of rooster = present simple (future)
2. Hoe maak ik het?
  • gebruik het present simple (= tegenwoordige tijd)
  • Denk aan de SHIT-regel!!!
3. Voorbeeld:
  • The shop opens at 8 am.
  • We have an English class next Monday.

Slide 4 - Tekstslide

2. Future: to be going to
1. Wanneer gebruik ik het?
  • Om aan te geven wat iemand van plan is of wat zeker zal gebeuren
2. Hoe maak ik het?
  • am / is / are + (not) going to + hele werkwoord
3. Voorbeeld:
  • I am going to buy new clothes next Saturday.

Slide 5 - Tekstslide

3. Future: will
1. Wanneer gebruik ik het?
  • Om iets aan te bieden, iets te beloven of een voorspelling te maken
2. Hoe maak ik het?
  • will + hele werkwoord / 'll + hele werkwoord
3. Voorbeeld:
  • We'll/ We will save some chocolate for later.

Slide 6 - Tekstslide

Recap
De drie future tenses zijn...
  • present simple future, to be going to & will
Wanneer gebruik je het present simple future?
  • iets volgt een rooster/schema
Waanneer gebruik je 'to be going to'?
  • iemand is van plan om iets te doen
Wanneer gebruik je 'will'?
  • om iets aan te bieden, iets te beloven of een voorspelling te maken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

To do

1. Do the mock test
2.blooket
3. test yourself

Slide 9 - Tekstslide

Homework
Learn words, stones and grammar!
Good luck on the test!

Slide 10 - Tekstslide