11.3 Het Hart

11.3 het hart
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

11.3 het hart

Slide 1 - Tekstslide

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - haarvaten longen - Aders - Hart
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 2 - Quizvraag

Welke bloedsomloop begint in de rechterharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 3 - Quizvraag

Bij een enkele bloedsomloop gaat een rode bloedcel van voet naar hersenen, keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 4 - Quizvraag

Kleine bloedsomloop
overige organen
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 5 - Sleepvraag

LEERDOELEN
11.3
- Je kunt de delen van een hart met hun kenmerken en functies benoemen.

- Je kunt de werking van het hart beschrijven.





Slide 6 - Tekstslide

dubbele bloedsomloop

Slide 7 - Tekstslide

3

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Anatomie buitenkant hart
Kransslagaders vanuit aorta
(=zuurstofrijk)
vertakt rondom hart 

Stroomt terug via kransaders
naar rechterboezem
* brengen O2 en voedingsstoffen naar hartspiercellen
* haalt CO2 en andere afvalstoffen op van hartspiercellen

Slide 11 - Tekstslide

Het hart

Slide 12 - Tekstslide

Hartkleppen
Tussen boezem en kamer: Hartkleppen. Sluiting geregeld door pezen. 
Open tijdens boezemsystole en kamerdiastole
Gesloten tijdens kamersystole

Tussen kamer en slagaders:
Halvemaanvormige kleppen. Worden open gedrukt door stromend bloed.
open tijdens kamersystole, gesloten tijdens diastole

Slecht sluiten van kleppen veroorzaakt een hartruis (te horen met stethoscoop)

Slide 13 - Tekstslide

hartslag
Eerst de boezems.
Dan de kamers.

Het geluid wordt veroorzaakt door het dichtslaan van de kleppen.

De hartslag wordt geregeld door de medulla.

Dat is een onderdeel van de hersenstam.

Slide 14 - Tekstslide

Hartcyclus
Hartpauze (diastole) - hartkleppen open - halvemaanvormige kleppen dicht
Boezemsystole - hartkleppen open - halvemaanvormige kleppen dicht
Kamersystole - hartkleppen dicht - halvemaanvormige kleppen open
Hartpauze (diastole) - hartkleppen open - halvemaanvormige kleppen dicht
Boezemsystole - hartkleppen open - halvemaanvormige kleppen dicht
Kamersystole - hartkleppen dicht - halvemaanvormige kleppen open

Hoe regelt het hart dat dit gecontroleerd en gecoördineerd gebeurt??

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Bij volwassenen wordt per hartslag in rust 70 tot 100 mL bloed in de aorta gepompt. Deze hoeveelheid bloed noem je het slagvolume

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Elektrocardiogram
Hartritme:
Start in gespecialiseerde cellen in de sinusknoop (rechterboezem)
De snelheid waarmee de sinusknoop impulsen afgeeft, noem je de hartslagfrequentie 
Impulsen trekken over de boezems naar punt (AV-knoop) in tussenwand (P-piek)

Vanuit AV-knoop trekken impulsen naar punt van het hart en daarna over de kamers (QRS piek)

daarna repolariseren de cellen in de spierwand van de kamers (T piek)

Slide 19 - Tekstslide

Ecg 1 is gemaakt van een normaal kloppend hart,
Ecg 2 is gemaakt van een hart tijdens boezemfibrilleren

In ecg 2  zie je veel extra golven tussen de pieken in.
Zijn deze golven het best te vergelijken met de P-golven of T-golven uit het ecg van afbeelding? leg uit

Slide 20 - Tekstslide

Regeling van hartritme/hartslagfrequentie 
en bloeddruk.

Slide 21 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 22 - Tekstslide

linkere kamer
Aorta
Kransslagader
bovenste holle ader
rechter boezem
kransader
linker boezem
longslagader

Slide 23 - Sleepvraag

Welk bloedvat wordt aangegeven met nummer 5
A
aorta
B
holle ader
C
longader
D
longslagader

Slide 24 - Quizvraag

De linkerkamer wordt aangegeven met het cijfer ...

A
3
B
4
C
7
D
8

Slide 25 - Quizvraag

Welke twee bloedvaten zijn beide een holle ader?

A
1 en 2
B
1 en 6
C
1 en 9

Slide 26 - Quizvraag

Philomeen zegt dat hartonderdeel 4 het bloed naar de longslagader pompt.

Heeft Philomeen gelijk?

A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

halvemaanvormige kleppen

kransslagader
hartkleppen
wand van de aorta 
wand van de longslagader

Slide 28 - Sleepvraag

Welk bloedvat wordt aangegeven met nummer 3?
A
aorta
B
de holle ader
C
longader
D
longslagader

Slide 29 - Quizvraag

Naomi zegt dat het bloed vanuit nummer 4 naar de linkerboezem gaat.

Heeft Naomi gelijk?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Welke hartkamer heeft de meest gespierde wand?
A
Linkerkamer
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Rechterboezem

Slide 31 - Quizvraag

Op een bepaald moment wordt de bloeddruk gemeten in de longslagader en in de aorta.
Is de bloeddruk in de longslagader hoger of lager dan in de aorta? Of is de bloeddruk in beide bloedvaten even hoog?

A
De bloeddruk in de longslagader is hoger dan in de aorta.
B
De bloeddruk in de longslagader is lager dan in de aorta.
C
De bloeddruk in de longslagader is even hoog als in de aorta

Slide 32 - Quizvraag

Tijdens de systole trekken de kamers zich samen en tijdens de diastole ontspannen ze zich. Er zijn verschillende kleppen met letters aangegeven.

Welke kleppen zijn tijdens de diastole van de kamers gesloten?
A
de kleppen P en Q
B
de kleppen P en S
C
de kleppen Q en R
D
de kleppen R en S

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor systole?
A
Samenknijpen
B
Ontspannen
C
Slagaderverkalking
D
Hartinfarct

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de systolische (boven) druk?
A
de druk in de ader tijdens een golf bloed
B
onderdruk
C
de druk in de slagader tijdens een golf bloed
D
ontspanningsfase

Slide 35 - Quizvraag

LEERDOELEN BEHAALD?
11.3
* je kunt de onderdelen van het hart noemen
* je kunt de functies en kenmerken van deze delen noemen
* je kunt de werking van het hart beschrijven





Slide 36 - Tekstslide

huiswerk
Morgen 21 t/m 23 + bestudeer 11.3 
Donderdag:
maak 11.3 bij samenvatting: opdracht: 24, 27, 28 t/m 31 , zonder samenvatting: opdrachten: 21 t/m 31
timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video