In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
1. Je kunt samenstellingen herkennen.
2. Je kunt een klinkerbotsing herkennen en vervolgens de samenstelling correct spellen.
3. Je kunt tussenletters in samenstellingen
goed spellen.
Twee of meer bestaande woorden die aan elkaar een nieuw woord vormen.
Bijvoorbeeld:
fiets + tas = fietstas
Soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken.
fiets + maker = fietsenmaker
beer + sterk = beresterk
dorp + café = dorpscafé
Tussenletters -en-
kort samengevat
Het eerste woord heeft altijd een meervoud op -en.
krantenbezorger - kippensoep - rozengeur
Tussenletter -e-
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is.
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis.
Het eerste woord heeft meervoud op -en én op -s.
Koninginnedag - apetrots- secondewijzer
Tussenletter -s-
De tussenletter -s- kun je meestal horen.
Begint het tweede woord ook met een s- of s-klank, vervang dan het tweede woord om de tussenletter -s- te horen.
meningsverschil - varkensstal / varkensvlees