de basisvertelvorm waarbij de verteller een personage is in de handeling:
--> ik-vertelinstantie
Slide 11 - Tekstslide
3.4 Verteller
Auctoriale vertelinstantieverteller van een gs waarin hij zelf niet meedoet - kan alwetend zijn - (Jane the Virgin)
Personale vertelinstantie (soms meervoudig) alles gezien vanuit de hij/zij-persoon
Ik-vertelinstantie (soms meervoudig) alles gezien vanuit de ik-persoon
--> vertellend-ik: vertellersrol wordt benadrukt, vertelt achteraf in de vt en weet meer
--> belevend-ik: handelen als personage wordt benadrukt, gevoelens en gedachten, heden
Onbetrouwbaar perspectief de verteller liegt, gebruikt drugs of is vergeetachtig
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Welk perspectief?
De Aanslag - Harry Mulisch - 1982
Ver, ver weg in de tweede wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem. Aan een kade, die over een lengte van honderd meter langs het water liep en dan met een flauwe bocht weer een gewone straat werd, stonden vier huizen niet ver van elkaar.
Slide 14 - Tekstslide
van welk perspectief is sprake?
A
ik-vertelinstantie
B
personale vertelinstantie (hij/zij)
C
auctoriale vertinstantie
Slide 15 - Quizvraag
Welk perspectief?
Een nagelaten bekentenis - Marcellus Emants 1894
Mijn vrouw is dood en al begraven.
Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden.
Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?
Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar - ik ben vijf en dertig -
verlangd heb; maar thans durf ik 't niet nemen en zoo heel veel zou ik er toch niet meer van genieten.
Slide 16 - Tekstslide
van welk perspectief is sprake?
A
ik-vertelinstantie
B
personale vertelinstantie (hij/zij)
C
auctoriale vertinstantie
Slide 17 - Quizvraag
Welk perspectief?
Een bord spaghetti - Adriaan van Dis 1984
Muller was hinderlijk keurig. Hij zag er altijd uit of hij zojuist van de stomerij kwam, broek vlekkeloos in de plooi, regenjas opgesteven, blauwe blazer ongekreukt en zijn lippen in een glimlach geperst. Niemand mocht zich aan hem storen. Hij wilde een onberispelijke indruk maken. Muller was beleefd, hij knikte altijd begrijpend als een ander wat betoogde, ja als het ja moest zijn, soms nee. Een vertegenwoordiger mag nooit opvallen, vond hij. Vaak wisten de mensen met wie hij onderweg te maken had, niet eens of hij komen moest of al was langs geweest.
Slide 18 - Tekstslide
van welk perspectief is sprake?
A
ik-vertelinstantie
B
personale vertelinstantie (hij/zij)
C
auctoriale vertinstantie
Slide 19 - Quizvraag
Welk perspectief?
Een bord spaghetti - Adriaan van Dis 1984
Muller was hinderlijk keurig. Hij zag er altijd uit of hij zojuist van de stomerij kwam, broek vlekkeloos in de plooi, regenjas opgesteven, blauwe blazer ongekreukt en zijn lippen in een glimlach geperst. Niemand mocht zich aan hem storen. Hij wilde een onberispelijke indruk maken. Muller was beleefd, hij knikte altijd begrijpend als een ander wat betoogde, ja als het ja moest zijn, soms nee. Een vertegenwoordiger mag nooit opvallen, vond hij. Vaak wisten de mensen met wie hij onderweg te maken had, niet eens of hij komen moest of al was langs geweest.
Slide 20 - Tekstslide
Welk perspectief?
Noodlot - Louis Couperus 1890
De handen in de zakken, den kraag van zijn pels op, ging Frank door het stuiven der sneeuw voort, langs den eenzamen Adelaïde-Road, in den avond. Toen hij het villa-tje naderde, waar hij woonde, - White-Rose, geheel gedoken, gedompeld, verzonken in de blankheid der sneeuw, als een nestje in watten, - zag hij iemand op zich afkomen, van Primrose Hill. Hij richtte zijn blik vast op het gelaat van den man, die hem blijkbaar wilde aanspreken; niet wetende wat deze in zijn schild voerde in dien eenzamen sneeuwnacht, en hij was zeer verbaasd, toen hij, in het Hollandsch, hoorde: - Neemt u me niet kwalijk... is u niet meneer Westhove? - Ja, antwoordde Frank. Wie is u? Wat is er? - Ik ben Robert van Maeren, misschien herinnert u zich... - Bertie, jij? riep Frank uit. Hoe kom je hier in Londen!
Slide 21 - Tekstslide
van welk perspectief is sprake?
A
ik-vertelinstantie
B
personale vertelinstantie (hij/zij)
C
auctoriale vertinstantie
Slide 22 - Quizvraag
3.5 Focalisator
Bij focalisatie gaat het er om wie waarneemt. De focalisator is de instantie, het bewustzijnscentrum, waaruit de lezer de verhaalwereld meer of minder gekleurd waarneemt. Dit kan de verteller zijn, maar ook een personage.
Slide 23 - Tekstslide
2) Praktijk
Opdracht 3 --> bespreken niet nodig, zorg dat je een goede samenvatting hebt, een voorbeeld komt in Classroom
Opdracht 5 --> antwoorden komen in Classroom, kijk zorgvuldig na en stel eventueel vragen
Wat zou de les uit het verhaal "Het examen" kunnen zijn?
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk di. 9/2
Maak opdracht 10 en 15 en lever ze in via Classroom.
Slide 25 - Tekstslide
Lesdoel
3.4 Verteller: weet je nu wie vertelt?
3.5 Focalisatie: weet je nu wie waarneemt?
Slide 26 - Tekstslide
Poll als exit ticket
Slide 27 - Tekstslide
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)