Meewerkend voorwerp H.5

H.5 Grammatica zinsdelen
Meewerkend voorwerp

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H.5 Grammatica zinsdelen
Meewerkend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Doel
  •  Ik weet wat een meewerkend voorwerp is en hoe je het kunt vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Meewerkend voorwerp

Een meewerkend voorwerp is altijd een ontvanger/luisteraar.

Leon geeft een cadeau aan Emma.
Emma vertelt Leon een geheimpje.

Slide 4 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
De vraag die je stelt om het meewerkend voorwerp te vinden, is:

Aan wie/voor wie + OW + WG + lv?
Leon geeft een cadeau aan Emma.
Aan wie of voor wie geeft (WG) Leon (OW) een cadeau (LV)?
Emma vertelt Leon een geheimpje.
Aan wie of voor wie vertelt (WG) Leon (OW) een geheimpje (LV)?

Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen!

Slide 6 - Tekstslide

De verdwaalde toerist vroeg de weg aan de politieagent.
MV = ?

Slide 7 - Open vraag

Alle aanwezigen zongen voor de jarige een vrolijk welkomstlied
MV = ?

Slide 8 - Open vraag

De stad Amersfoort doneert de speeltuinvereniging jaarlijks subsidie.
MV = ?

Slide 9 - Open vraag

Zal de oud-kampioen vanavond de nieuwe winnaar een medaille opspelden?
MV = ?

Slide 10 - Open vraag

Elke woensdag geeft Nienke de plantjes op haar kamer water
MV = ?

Slide 11 - Open vraag

Wie zal jullie dit voorstel gaan toelichten?
MV = ?

Slide 12 - Open vraag

Vragen ??

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Maak in je schrift opdracht 1, 2, 3 en 4
Succes!

Slide 14 - Tekstslide