In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
wat gaan we doen?
Leerdoelenformulier
Vragen over het huiswerk?
Wat heb je al geleerd?
Wat ga je leren?
Theorie G
Aan het werk
Afsluiting
Telefoon in de telefoontas!
H2: Verbanden
2.1 Machtsverbanden
2.2 Wortelverbanden
2.3 Exponentiele verbanden
2.4 Exponentiele verbanden en procenten
Leerdoelen-formulier
voor je!
LAPTOP in je TAS
SPULLEN op tafel
Slide 1 - Tekstslide
Vragen over het huiswerk?
Slide 2 - Tekstslide
Wat heb je al geleerd?
Wat is de volgorde van bewerkingen? (Rekenvolgorde)
Wat moet er in een formule staan, willen we spreken van een machtsverband? En bij een wortelverband? En bij een exponentiele formule?
Hoe zien de grafieken eruit van deze verbanden?
Wat is de algemene formule voor een exponentiele formule?
Hoe weet je wat het begingetal is?
Hoe bereken je de groeifactor bij een tabel?
Slide 3 - Tekstslide
Machtsverband?
A
JA
B
NEE
Slide 4 - Quizvraag
Machtsverband?
A
JA
B
NEE
Slide 5 - Quizvraag
Deze grafiek is een voorbeeld van een ...
A
Periodiek verband
B
Kwadratisch verband
C
Wortelverband
D
Machtsverband
Slide 6 - Quizvraag
Hoe ziet de grafiek bij een machtsverband eruit?
A
Trapjesgrafiek
B
Vloeiend kromme
C
Lineaire grafiek
D
Stippengrafiek
Slide 7 - Quizvraag
Is dit een machtsverband?
y=4x5+3
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
deze grafiek hoort bij een ..... verband
A
stippen grafiek
B
wortelverband
C
machtsverband
D
puntenwolk
Slide 9 - Quizvraag
A
machtsverband
B
Kwadratisch verband
C
lineaire verband
D
Wortelverband
Slide 10 - Quizvraag
Welke grafiek hoort bij een wortelverband?
A
1 (links)
B
2
C
3
D
4 (rechts)
Slide 11 - Quizvraag
Wat zie je aan de waarden in de tabel die hoort bij een exponentiële formule?
A
daar komt steeds hetzelfde aantal bij
B
daar gaat steeds hetzelfde aantal af
C
daar kan je steeds met dezelfde vermenigsvuldigings/groeifactor de volgende waarde vinden
D
daar kan je steeds met dezelfde deelsom de volgende waarde vinden
Slide 12 - Quizvraag
Maak de exponentiele formule bij de tabel?
A
a=40⋅2,5t
B
a=16⋅2,5t
C
a=16⋅2,5t
D
geen idee
Slide 13 - Quizvraag
hoe kun je aan een exponentiele formule zien of je te maken hebt met een stijgende grafiek?
A
helling is positief
B
groeifactor tussen
0 en 1
C
helling is negatief
D
groeifactor groter dan 1
Slide 14 - Quizvraag
In een bos wordt gejaagd op herten. In 2010 waren er 200 herten. Elk jaar is dat aantal met 8% afgenomen. Welke exponentiële formule hoort bij deze situatie?
A
Hertenpopulatie=200×0,08t
B
Hertenpopulatie=8×200t
C
Hertenpopulatie=200×0,92t
D
Hertenpopulatie=200×92t
Slide 15 - Quizvraag
Welke exponentiële formule hoort bij de gegevens in de tabel hiernaast?
Let op: wat is de beginwaarde?
A
y=540×0,85t
B
y=635×0,85t
C
y=540×1,18t
D
y=635×1,18t
Slide 16 - Quizvraag
De exponentiële formule bij de tabel is:
tijd
0
1
2
3
Bedrag
10
50
250
1250
A
B=10⋅40t
B
B=10⋅5t
C
B=10⋅40t
D
B=10⋅5t
Slide 17 - Quizvraag
Stijgt of daalt deze exponentiele formule:
y=160⋅0,75x
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 18 - Quizvraag
Het reproductiegetal ligt op 27 september op 0,91. Het aantal besmettingen die dag staat op 1411. De juiste exponentiële formule hierbij is:
A
27⋅0,91t
B
1411⋅0,91t
C
1411⋅0,09t
D
27t⋅0,09
Slide 19 - Quizvraag
Wat ga je leren?
Je kunt uitrekenen wanneer er een verdubbeling heeft plaatsgevonden bij een exponentiele formule
Je kunt uitrekenen wanneer er een halvering heeft plaatsgevonden bij een exponentiele formule
Slide 20 - Tekstslide
verdubbeling en halvering
Theorie G blz. 99
1. schrijf de verdubbeling of halvering eerst op
2. Klem in om de juiste t te vinden
3. gebruik het T schema
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Halveren werkt precies hetzelfde!
ALLEEN
Bij verdubbelen moet je over de verdubbeling heen
Bij halveren moet je onder de halvering.
Slide 24 - Tekstslide
extra oefenen opgave 52
Slide 25 - Tekstslide
Huiswerk
Maak jouw leerroute van 2.4.
Maak eerst de testopgave van theorie G op blz. 100