2400515 a3b Debat 4

a3b Debat 4
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

a3b Debat 4

Slide 1 - Tekstslide

WAT GAAN WE DOEN?
  • Lezen
  • Debat

Slide 2 - Tekstslide

LESDOEL
Aan het einde van de les:
  • weet je wat een debat is. 

Slide 3 - Tekstslide

LEZEN
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Debat 


Wat gaan wij doen?
Hoe?
Doelen?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een debat?
  • Een gesprek over een afgebakend onderwerp waarover de deelnemers het oneens zijn (voorstanders en tegenstanders). Bij een debat draait het om winnen.
  • Tijdens een debat wordt het eigen standpunt verdedigd en dat van de ander afgezwakt 
  • Doel is een derde partij/jury te overtuigen van jouw standpunt

Slide 6 - Tekstslide

Hoe voer je een debat? (1)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
1. Inhoud: bij inhoud gaat het om wát je zegt.
  • Welke argumenten gebruik je?
  • Zijn het sterke argumenten?
  • Klopt je verhaal?
  • Is het feitelijk juist en logisch correct? (bronnen)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe voer je een debat? (2)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
2. Presentatie: Bij presentatie gaat het om hoe jij je debatbeurt formuleert en overbrengt.
  • Spreek je vloeiend en duidelijk?
  • Maak je goed gebruik van je taal en je stem?
  • Waar richt je je ogen op?
  • Hoe is jouw houding en hoe zijn jouw handgebaren?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe voer je een debat? (3)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
3. Luisteren en anticiperen: bij luisteren gaat het om onthouden en analyseren wat er verteld is.
  • Luister je kritisch naar de tegenstanders en onthoud je wat er verteld is?
  • Kun je voorspellen wat de tegenstanders gaan zeggen en daarop inspelen (verbanden leggen conclusies trekken)?

Slide 9 - Tekstslide

Voorkennis
  • Wat is een debat? Verschil discussie en debat
  • Wat zijn drie belangrijke dingen bij het voeren van een debat?
  • Uit welke drie beurten bestaat het debat?

Slide 10 - Tekstslide

Debat

  • Scherp geformuleerde stelling

  • Overtuigen jury

  • Duidelijke regels en tijd

  • Eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie

  • Al pratend positie innemen


  • Overtuigen gesprekspartner

  • Geen officiële regels

  • Eindoordeel op basis van gevoel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Debat rondes



1. opzetbeurt
2. verweerbeurt
3. slotbeurt

Slide 13 - Tekstslide

Opzetbeurt
Team 1: voorstanders max. 2 min
  • inleiding met aandachtstrekker
  • schetsen probleem
  • standpunt en eigen argumenten (labels)
Team 2: tegenstanders max. 2 min
  • inleiding met aandachttrekker
  • reageren op probleem
  • standpunt en eigen argumenten (labels)

Slide 14 - Tekstslide

Verweerbeurt
Team 1: voorstanders max. 2 min
  • uitbreiding eigen argumenten
  • weerlegging/aanvallen argumenten tegenstander

Team 2: tegenstanders max. 2 min
  • uitbreiding eigen argumenten
  • weerlegging/aanvallen argumenten voorstander

Slide 15 - Tekstslide

Slotbeurt: tegenstanders beginnen
Team 2: tegenstanders max. 2  min
  • samenvatting
  • analyse belangrijkste meningsverschillen
  • waarom hebben jullie het meest gelijk?

Team 1: voorstanders max. 2  min
  • samenvatting
  • analyse belangrijkste meningsverschillen
  • waarom hebben jullie het meest gelijk?

Slide 16 - Tekstslide

3:00 - Openingsspeech voorstanders (spreker 1)
2:00 - Openingsspeech tegenstanders (spreker 1)
2:00 - Time-out: overleg verweer
2:00 - Verweer voorstanders (spreker 2)
2:00 - Verweer tegenstanders (spreker 2)
2:00 - Time-out: overleg slot
2:00 - Slot voorstanders (spreker 3)
2:00 - Slot tegenstanders (spreker 3)

Slide 17 - Tekstslide

AUB
AUB gebruik je om je argumenten goed te onderbouwen

  • Argument: Korte zin met jouw argument (kernzin)
  • Uitleg: Waarom is dat waar en waarom is dat belangrijk?
  • Bijvoorbeeld: Voorbeeld maakt jouw argument duidelijker en overtuigender (feiten, cijfers, statistieken, onderzoeken).

Slide 18 - Tekstslide

AUB
STELLING: WE MOETEN MINDER PAPIER GEBRUIKEN
  • Argument: Om te beginnen is dat goed voor het milieu.
  • Uitleg: Door minder papier te gebruiken worden er minder bomen gekapt (= waarom waar). Ontbossing is een wereldwijd probleem. Bossen zijn niet alleen belangrijk voor CO2 maar ook voor de dieren (= waarom belangrijk).
  • Bijvoorbeeld: Zo leven er door de ontbossing bijna geen tijgers meer in Indonesië: er zijn er op dit moment minder dan 400 (concrete cijfers). Dat blijkt uit een onlangs verschenen rapport van Greenpeace (bronnen).

Slide 19 - Tekstslide

     De kracht van de herhaling…
 

  • Zeggen wat je gaat zeggen 
  • Het zeggen
  • Zeggen wat je hebt gezegd


Slide 20 - Tekstslide

De opbouw van een redenering

Slide 21 - Tekstslide

Opstelling

Slide 22 - Tekstslide

AAN DE SLAG
Maken opdracht 2.1 en 2.2. met jullie eigen stellingen. 

Slide 23 - Tekstslide

Even herhalen
Aan het einde van de les:
  • weet je wat een debat is. 

Slide 24 - Tekstslide

HUISWERK
Voorbereiden opzetbeurt. 
Team 1: voorstanders max. 2 min
  • inleiding met aandachtstrekker
  • schetsen probleem
  • standpunt en eigen argumenten 
Team 2: tegenstanders max. 2 min
  • inleiding met aandachttrekker
  • reageren op probleem
  • standpunt en eigen argumenten (labels)
Donderdag
16 mei

Slide 25 - Tekstslide