In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Debat L2
Wat gaan wij doen?
Hoe?
Doelen?
Slide 1 - Tekstslide
In deze (debat)les...
Voorkennis ophalen
Debatbeurten
AUB, Kop-romp-staart, Labels
Stappen zetten voor je eigen debat.
Slide 2 - Tekstslide
Je kunt al...
Standpunten en argumenten herkennen
Je standpunt inleiden
Argumenten formuleren en onderbouwen
Tegenargumenten herkennen en weerleggen
Betrouwbare informatie verzamelen en bronnen gebruiken (van bronnen naar argumenten)
Slide 3 - Tekstslide
Voorkennis
Wat is een debat? Verschil discussie en debat
Wat zijn drie belangrijke dingen bij het voeren van een debat?
Uit welke drie beurten bestaat het debat?
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een debat?
Een gesprek over een afgebakend onderwerp waarover de deelnemers het oneens zijn (voorstanders en tegenstanders). Bij een debat draait het om winnen.
Tijdens een debat wordt het eigen standpunt verdedigd en dat van de ander afgezwakt
Doel is een derde partij/jury te overtuigen van jouw standpunt
Slide 5 - Tekstslide
Debat
Scherp geformuleerde stelling
Overtuigen jury
Duidelijke regels en tijd
Eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie
Al pratend positie innemen
Overtuigen gesprekspartner
Geen officiële regels
Eindoordeel op basis van gevoel
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Hoe voer je een debat? (1)
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
1. Inhoud: bij inhoud gaat het om wát je zegt.
Welke argumenten gebruik je?
Zijn het sterke argumenten?
Klopt je verhaal?
Is het feitelijk juist en logisch correct? (bronnen)
Slide 8 - Tekstslide
Hoe voer je een debat? (2)
2. Presentatie: Bij presentatie gaat het om hoe jij je debatbeurt formuleert en overbrengt.
Spreek je vloeiend en duidelijk?
Maak je goed gebruik van je taal en je stem?
Waar richt je je ogen op?
Hoe is jouw houding en hoe zijn jouw handgebaren?
Slide 9 - Tekstslide
Hoe voer je een debat? (3)
3. Luisteren en anticiperen: bij luisteren gaat het om onthouden en analyseren wat er verteld is.
Luister je kritisch naar de tegenstanders en onthoud je wat er verteld is?
Kun je voorspellen wat de tegenstanders gaan zeggen en daarop inspelen (verbanden leggen conclusies trekken)?
Slide 10 - Tekstslide
Debat rondes
1. opzetbeurt
2. verweerbeurt
3. slotbeurt
Slide 11 - Tekstslide
Opzetbeurt
Team 1: voorstanders max. 2 min
inleiding met aandachtstrekker
schetsen probleem
standpunt en eigen argumenten (labels)
Team 2: tegenstanders max. 2 min
inleiding met aandachttrekker
reageren op probleem
standpunt en eigen argumenten (labels)
Slide 12 - Tekstslide
Verweerbeurt
Team 1: voorstanders max. 2 min
uitbreiding eigen argumenten
weerlegging/aanvallen argumenten tegenstander
Team 2: tegenstanders max. 2 min
uitbreiding eigen argumenten
weerlegging/aanvallen argumenten voorstander
Slide 13 - Tekstslide
Slotbeurt: tegenstanders beginnen
Team 2: tegenstanders max. 2 min
samenvatting
analyse belangrijkste meningsverschillen
waarom hebben jullie het meest gelijk?
Team 1: voorstanders max. 2 min
samenvatting
analyse belangrijkste meningsverschillen
waarom hebben jullie het meest gelijk?
Slide 14 - Tekstslide
AUB
AUB gebruik je om je argumenten goed te onderbouwen
Argument: Korte zin met jouw argument (kernzin)
Uitleg: Waarom is dat waar en waarom is dat belangrijk?
Bijvoorbeeld: Voorbeeld maakt jouw argument duidelijker en overtuigender (feiten, cijfers, statistieken, onderzoeken).
Slide 15 - Tekstslide
AUB
STELLING: WE MOETEN MINDER PAPIER GEBRUIKEN
Argument: Om te beginnen is dat goed voor het milieu.
Uitleg: Door minder papier te gebruiken worden er minder bomen gekapt (= waarom waar). Ontbossing is een wereldwijd probleem. Bossen zijn niet alleen belangrijk voor CO2 maar ook voor de dieren (= waarom belangrijk).
Bijvoorbeeld: Zo leven er door de ontbossing bijna geen tijgers meer in Indonesië: er zijn er op dit moment minder dan 400 (concrete cijfers). Dat blijkt uit een onlangs verschenen rapport van Greenpeace (bronnen).
Slide 16 - Tekstslide
De kracht van de herhaling…
Zeggen wat je gaat zeggen
Het zeggen
Zeggen wat je hebt gezegd
Slide 17 - Tekstslide
De opbouw van een redenering
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
inleiding
aandachttrekker: gelukkig hebben juffen en meesters mij geleerd wat wel en niet eerlijk is
stelling: Het is oneerlijk lln te straffen voor iets wat ze niet hebben gedaan --> straf iedereen gelijk!
middenstuk
argumenten labelen en toelichten (AUB):
1. dubbel pech
2. groepsdruk
3. averechts
Slide 20 - Tekstslide
slot
herhalen labels
uitsmijter: pesten is een groot probleem, maar straf de pester en niet iedereen!!
Slide 21 - Tekstslide
Labels
Samenvatting van een argument in één of twee woorden. Gebruik specifieke, aansprekende labels en vermijd algemene en vage labels.
bijv. niet 'economisch' argument maar 'voedselprijs'
Slide 22 - Tekstslide
Bedenk een label
Minder plastic is goed voor het milieu
Het gebruik van alcohol is slecht voor de gezondheid
Kinderen tot 10 jaar kunnen zich niet langer dan 30 minuten achter elkaar concentreren
Slide 23 - Tekstslide
Reflectie
Ik kan uitleggen wat het AUB-model is.
Ik kan uitleggen wat kop-romp-staart is.
Ik kan uitleggen wat er in mijn beurt van mij verwacht wordt.
Slide 24 - Tekstslide
het eigen debat
Slide 25 - Tekstslide
3 rondes
per groep:
1 stelling
2 teams: voor- en tegenstanders
1 voorzitter
min. 2 sprekers per team
spreektijd per team: 3 x 2 min
2x overlegronde van een 1 min.
Slide 26 - Tekstslide
taken van de voorzitter
1. Kondigt per groepje aan wat de stelling is en leidt het onderwerp kort in;
2. Kondigt aan wie de deelnemers zijn;
3. Houdt de tijd in de gaten;
4. Rondt af als sprekers uitgesproken zijn;
5. Rondt het debat af.
Slide 27 - Tekstslide
taken van de juryleden
Elk debat wordt beoordeeld door de docent en door een aantal klasgenoten. Elke klasgenoot let op een debater (zie beoordelingsformulier).
1. Eerste ronde: schrijven de argumenten voor en tegen op
2. Tweede ronde: bekijken welke argumenten ontkracht worden en welke niet
3. Noteren welke spreker de beste argumenten gebruikt (eens of oneens)
4. Noteren welke argumenten niet genoemd zijn
5. Papier inleveren bij docent
Slide 28 - Tekstslide
beoordeling
De deelnemers worden op de volgende punten beoordeeld:
A inhoud (argumenten);
B reactie op argumenten van tegenstanders;
C de presentatie (verstaanbaarheid, handgebaren, geloofwaardigheid, taalgebruik etc).
D De opmerkingen op het beoordelingsformulier van de juryleden
Slide 29 - Tekstslide
beoordeling van de voorzitter
A de inleiding van het onderwerp;
B het bewaken van de debatregels en de tijd;
C het afronden en samenvatten van het debat;
D de presentatie (verstaanbaarheid, handgebaren, geloofwaardigheid, taalgebruik etc).
E de opmerkingen op het beoordelingsformulier van de juryleden
Slide 30 - Tekstslide
Wat nu?
4 groepen van 5
Kies een stelling of bedenk een eigen stelling
Bepaal wie voor en wie tegen de stelling zijn
Bepaal wie de voorzitter is
volgende --> voor te bereiden
De voorzitter mailt mij de gekozen stelling, wie de voor- en wie de tegenstanders zijn en de indeling per rondebeurt
Slide 31 - Tekstslide
Wat nu?
Verzamel informatie over je onderwerp: gebruik betrouwbare bronnen!
Bedenk samen goede argumenten voor je eigen partij.
Anticipeer ook op de argumenten van de tegenpartij.
Schrijf jouw eigen beurt uit
Bereid je ook voor op je rol als voorzitter
En op je rol als JURY!
Slide 32 - Tekstslide
stellingen
1 The Voice of Holland moet van de buis verdwijnen.
2 Krijtborden moeten terug!
3 De leeftijdgrens van alcohol moet terug naar 16 jaar
4 Abortus moet over de hele wereld legaal worden
5 overheid moet investeren in de studiekeuze van eindexamenleerlingen
6 het is tijd voor een nieuw en leerlinggericht schoolrooster
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.