Week 22 - les 2

Bonjour!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme:

* Répéter le futur proche
* Corriger les devoirs
* Bloc G: les phrases-clés
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de futur proche maken.
* heb je het huiswerk nagekeken.
* kun je vertellen waar je woont en wat je gaat doen.
* weet je hoe je de f en de v uitspreekt.


Slide 2 - Tekstslide

Le programme:

* Répéter le futur proche
* Corriger les devoirs
* Bloc G: les phrases-clés
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de futur proche maken.
* heb je het huiswerk nagekeken.
* kun je vertellen waar je woont en wat je gaat doen.
* weet je hoe je de f en de v uitspreekt.


Slide 3 - Tekstslide

Uitleg:
Futur proche = nabije toekomst (het gaat nog gebeuren)

Ik ga mijn vriend bezoeken.
Wij gaan de toets Frans maken.

Twee werkwoorden in de zin: vorm van gaan + heel werkwoord
Hoe ziet het eruit in het Frans?

Slide 4 - Tekstslide

Vervolg
Stappenplan:
1. onderwerp + vorm van aller
2. hele werkwoord

Voorbeeld:
Je vais visiter mon copain. (Ik ga bezoeken mijn vriend.)
Zinsvolgorde: onderwerp, vorm van aller, heel werkwoord, rest van de zin

Slide 5 - Tekstslide

Vervolg
Ontkenning bij futur proche:
Il va jouer à la console.
Il ne va pas jouer à la console.

De ontkenning komt om het eerste werkwoord te staan bij de futur proche.
Einde aantekening!

Slide 6 - Tekstslide

Oefen zelf:
* Faites: ex. 30d et 31 (helemaal, dus t/m 31g).
* Travail individuel ou à deux.
* Temps: 10 minutes.
* Questions? Posez-les!
* Après: la fin du cours.
* Prêt? Apprends bloc F.

Slide 7 - Tekstslide

Zet in de futur proche, neem het onderwerp ook over:
On __ _____ (kijken)

Slide 8 - Open vraag

Zet in de futur proche, neem het onderwerp ook over:
Ils __ _____ (nemen)

Slide 9 - Open vraag

Zet in de futur proche, neem het onderwerp ook over:
Jean __ _____ (werken)

Slide 10 - Open vraag

Zet in de futur proche, neem het onderwerp ook over:
Pien __ _____ (winkelen)

Slide 11 - Open vraag

Zet in de futur proche, neem het onderwerp ook over:
Tu __ _____ (vinden)

Slide 12 - Open vraag

C'était comment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Le programme:

* Répéter le futur proche
* Corriger les devoirs
* Bloc G: les phrases-clés
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de futur proche maken.
* heb je het huiswerk nagekeken.
* kun je vertellen waar je woont en wat je gaat doen.
* weet je hoe je de f en de v uitspreekt.


Slide 14 - Tekstslide

Ex. 30d (p. 75)
  1. va - à pied
  2. va - à pied
  3. vont - en métro/en train
  4. vais - en bus
  5. allons - en voiture
  6. va - en vélo 

Slide 15 - Tekstslide

Ex. 31d (p. 76)
  1. vas faire
  2. vais jouer
  3. va faire
  4. va acheter
  5. vont acheter
  6. allez faire 

Slide 16 - Tekstslide

Ex. 31 (p. 75)
Ex. 31a
1. je vais            4. je vais visiter
2. il va                5. il va visiter
3. visiter

Ex. 31b
In het Frans maak je een toekomende tijd door een vorm van het werkwoord aller te gebruiken en een heel werkwoord.

Slide 17 - Tekstslide

Ex. 31e (p. 76)
1. Tu vas jouer de la guitare.
2. Nous n'allons pas prendre le métro.
3. Ils vont manger dans un restaurant chic.
4. Je ne vais pas visiter la tour Eiffel.

Slide 18 - Tekstslide

Ex. 31
Ex. 31f
1. Je vais jouer à la console.
2. Tu vas faire les devoirs.
3. On va regarder un film.
4. Vous allez visiter un musée.
Ex. 31g
1. vais acheter - 2. allons faire - 3. vont manger - 4. va boire
Heb je andere werkwoorden op 31g? Laat het dan weten!

Slide 19 - Tekstslide

Le programme:

* Répéter le futur proche
* Corriger les devoirs
* Bloc G: les phrases-clés
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de futur proche maken.
* heb je het huiswerk nagekeken.
* kun je vertellen waar je woont en wat je gaat doen.
* weet je hoe je de f en de v uitspreekt.


Slide 20 - Tekstslide

Bloc G: les phrases-clés
* Ex. 27a: la prononciation de f et v - oefenen!
* Ex. 27b: écoutez bien et répétez.
* Ex. 27c: doornemen zinnen.

* Ex. 28a: vul tabel in.
* Ex. 28b: noteer het gesprek in jouw schrift. (10 min)
Daarna bespreken we het!

Slide 21 - Tekstslide

Le programme:

* Répéter le futur proche
* Corriger les devoirs
* Bloc G: les phrases-clés
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de futur proche maken.
* heb je het huiswerk nagekeken.
* kun je vertellen waar je woont en wat je gaat doen.
* weet je hoe je de f en de v uitspreekt.


Slide 22 - Tekstslide

La fin
Les devoirs:
Faire = ex. 28b et 31defg.
Apprendre = bloc G. Schrijf de zinnen in ieder geval twee keer over!

Slide 23 - Tekstslide