Culturele Verschillen in een Internationale Context

Culturele Verschillen in een Internationale Context
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Culturele Verschillen in een Internationale Context

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie cultuurverschillen in een internationale context benoemen aan de hand van voorbeelden, zoals taakverdeling, zakendoen, gedragscodes, eet- en kledinggewoontes, en non-verbale communicatie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over culturele verschillen in een internationale context?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Wat zijn cultuurverschillen en hoe beïnvloeden ze onze interacties in een internationale omgeving?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van Cultuur
Cultuur omvat gedeelde waarden, normen, rituelen en symbolen die een groep mensen definiëren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van Cultuurverschillen
Voorbeelden van cultuurverschillen zijn taakverdeling, zakendoen, gedragscodes, eet- en kledinggewoontes, en non-verbale communicatie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taakverdeling
In sommige culturen is de taakverdeling strikter terwijl in andere culturen meer flexibiliteit bestaat.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakendoen
In sommige culturen is directe communicatie gebruikelijk, terwijl in andere culturen indirecte benaderingen de voorkeur hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragscodes
Gedragscodes variëren sterk tussen culturen, bijvoorbeeld in termen van persoonlijke ruimte en begroetingen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetgewoontes
Eetgewoontes verschillen sterk per cultuur, van eetgewoontes tot maaltijdtijden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kledinggewoontes
Kledingvoorschriften kunnen sterk variëren, van formele kleding tot informele kledingstijlen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Non-verbale Communicatie
Non-verbale signalen zoals oogcontact, gebaren en lichaamstaal kunnen sterk verschillen tussen culturen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele Misverstanden
Het negeren van cultuurverschillen kan leiden tot misverstanden en conflicten in internationale interacties.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Case Studies
Bespreking van case studies waarin culturele verschillen tot uiting komen in zakelijke en sociale situaties.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsactiviteit
Verdeel de klas in groepen en laat ze culturele scenario's analyseren en mogelijke reacties bespreken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Laat de studenten reflecteren op hun eigen culturele achtergrond en hoe dit hun perspectief beïnvloedt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve Quiz
Een quiz om de kennis van de studenten over cultuurverschillen te testen en te versterken.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Herhaal de belangrijkste concepten en benadruk het belang van interculturele competentie in een geglobaliseerde wereld.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragenronde
Laat de studenten vragen stellen en moedig hen aan om hun gedachten over het onderwerp te delen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Vraag de studenten om feedback te geven over de les en hoe ze hun interculturele vaardigheden kunnen verbeteren.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Bedank de studenten voor hun deelname en benadruk het belang van interculturele begrip in een mondiale context.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.