klas B3D/E

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Vertaal in het Duits: Können wir ( met U ) .....mitfahren?
antw spatie antw

Het onderwerp

Het meewerkend voorwerp

Het lijdend voorwerp

1e naamval

Wie/wat + onderwerp + gezegde

4e naamval

Wie/wat + gezegde

3e naamval

aan/voor wie of wat

1e en 4e naamval van:
ik en mij

1. ich - mich
2. ich - mir
3. ich - dich
4. ich - dir

(Ik)... zeige (jij)... das Schwimmbad.

1. Ich, dir
2. Mir, dir
3. Ich, dich
4. Mich, dich

Ich liebe (jou), aber liebst du (mij) auch?

1. dir - mir
2. dir - mich
3. dich - mich
4. dich - mir

1e en 3e naamval van:
ik en mij

1. ich - mich
2. ich - mir
3. ich - dich
4. ich - dir

Wer erzählt (ons) die wahre Geschichte?

1. uns
2. ihm
3. wir
4. unser

jij

jou (3e)

jou

ik

mij (3e)

mij (4e)

dich

mir

mich

dir

ich

du

Ich sage es .... (jou) zum letzten Mal: Nein !

1. du
2. dir
3. dich
4. uns

Ich habe .... (jou) gestern in der Stadt gesehen.

1. du
2. dir
3. dich
4. uns

Ich habe ( mij )......Sorgen um ( jou) ..........gemacht.( antw spatie antw)

(Wij ) ......müssen zehnmal gegen (U)............spielen. ( antw spatie antw)

Das habe ich mit ( hem )...besprochen.

(Zij ).......hat (mij )........beim Kochkurs gesehen. ( antw spatie antw )

(Ik ).......habe (jullie ).........in dere Kletterhalle gesehen. ( antw spatie antw)

Sie mögen du/dich sehr gerne. Kies de juiste!

Ich treffe ihr / euch beim Eingang. Jies de juiste!

Hat sie ich / mich gesucht? kies de juiste!

Können wir mit ( U ).......mitfahren?

Aus (haar )...kriegst du nichts heraus.

Vertaal het volgende woord in het Duits.
helaas

Vertaal het volgende woord in het Duits.
leuk

Vertaal het volgende woord in het Duits.
saai

Vertaal het volgende woord in het Duits.
al

Vertaal het volgende woord in het Duits.
inspannend

Vertaal het volgende woord in het Duits.
meestal

Vertaal in het Duits: Ich möchte lieber
( met jullie )...........Rad fahren.
antw spatie antw

Vertaal in het Duits: Du kanns (bij ons) .......übernachten. antw spatie antw