Rekenen N2 - Domein 4 - Procenten gebruiken

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Rekenen N2 - Domein 4 - Procenten gebruiken 

Procent

procent betekent van de honderd

1% = 1 van de honderd

Hoeveel % van de hokjes is groen?

Procent

procent betekent van de honderd

1% = 1 van de honderd

Hoeveel % van de hokjes is groen?

8 hokjes van de 100 dus 8%

Hoeveel % van buis A is gevuld?

1. 40
2. 60
3. 75
4. 100

Hoeveel % van buis A is gevuld?

Uitleg

40 van de 100 ml

dus 40%

Procenten, breuken en verhoudingen

Percentages, breuken en verhoudingen geven allemaal een deel van een totaal aan.

In het schema zie je de samenhang tussen percentages, breuken en verhoudingen.

Rekenkaart

Op het examen staat deze tabel op je rekenkaart.

Leer jezelf hier dus mee te werken.

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart niet zelf?

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart niet zelf?

Uitleg:

Bedenk welke breuk of welk percentage je kan gebruiken.

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart niet zelf?

Uitleg:

Bedenk welke breuk of welk percentage je kan gebruiken.

1 van de 5 (1 witte van totaal 5 vakjes)

1/5

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart niet zelf?

1/5 is 20%

Dus 20% spaart niet zelf.

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart wel zelf?

1. 20%
2. 50%
3. 60%
4. 80%

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart wel zelf?

Uitleg:

1/5 is 20%

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart wel zelf?

1/5 is 20%

4 van de 5 sparen wel zelf

dus 4/5

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart wel zelf?

1/5 is 20%

4 van de 5 sparen wel zelf

dus 4/5

4/5 = 4 x 20% 

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart wel zelf?

1/5 is 20%

4 van de 5 sparen wel zelf

dus 4/5

4/5 = 4 x 20% 

4 x 20% = 80%

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart wel zelf?

Uitleg manier 2:

Het geheel is 100%

20% spaart niet zelf (hadden we al uitgerekend)

Hoeveel % van de mbo-studenten spaart wel zelf?

Uitleg manier 2:

Het geheel is 100%

20% spaart niet zelf (hadden we al uitgerekend)

100 - 20 = 80%

Gebruik je rekenmachine

Je hoeft niets uit je hoofd uit te rekenen, dus gebruik altijd je rekenmachine, of reken het na op je rekenmachine.

Ook op het examen, en noteer je berekening wanneer daarom gevraagd wordt.

Kies welke manier jij fijn vindt.

Er zijn vaak meerdere manieren bij rekenen. 

Raak je in de war als er een andere manier wordt uitgelegd, dan luister je even niet.

Kies de manier die jij het fijnste vindt. (als je op het goede antwoord uitkomt uiteraard)