3H1 5 maart 2021 Hoofdstuk 4 Paragraaf 2

4.2 Koolstofverbindingen 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.2 Koolstofverbindingen 

Slide 1 - Tekstslide

Koolstofverbindingen
Uit aardolie (paragraaf 1) komen koolstofverbindingen voor, verdeeld over verschillende fracties

Een koolstofverbinding is opgebouwd uit koolstof en waterstof en eventueel nog wat anders

Een koolwaterstof is opgebouwd uit koolstof en waterstof. 

Slide 2 - Tekstslide

Een koolwaterstof is altijd een koolstofverbinding.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Alcohol, C2H6O, is een koolwaterstof.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Molecuulformule en structuurformule
Een molecuul heeft een :
-  molecuulformule (bv C4H10)
- structuurformule (zie plaatje)

Een structuurformule geeft de bouw van een molecuul veel beter weer. De 'stokjes' zijn verbindingen. 

Slide 5 - Tekstslide

Structuurformule
Molecuulformule

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende groepen koolstofverbindingen 
We kunnen de koolstofverbindingen (hebben dus een C) onderverdelen in verschillende groepen. 
- Alkanen
- Alkenen 
-Alkanolen 
- nog meer 

Slide 7 - Tekstslide

Alkanen

Dit zijn "standaard" koolwaterstoffen.

Alleen maar enkele bindingen in de structuur.

Molecuulformule bv: CH4, C2H6, C3H8

Naam: -aan 


Slide 8 - Tekstslide

Alkanen
Bv. Je hebt een alkaan met 4 C-tjes. Hoeveel H-tjes heb je dan? 
CnH2n+2

Slide 9 - Tekstslide

Alkenen

Koolwaterstoffen met dubbele binding ergens tussen twee C's.
 
Molecuulformule bv: C2H4, C3H6

Naam: -een



CnH2n

Slide 10 - Tekstslide

Butaan bestaat uit 4 C's. Hoeveel H's heeft butaan?

Slide 11 - Open vraag

Hoe heet dit alkaan?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel H's heeft buteen? Buteen heeft 4 C's

Slide 13 - Open vraag

Alkanolen
  • Herkenbaar aan OH-groep
  • Tussen de C's alleen enkele bindingen
  • Molecuulformules bv: CH3OH en C2H5OH
  • Algemene formule: 
  • naam: -ol
CnH2n+1OH

Slide 14 - Tekstslide

Alkanolen (alcoholen)

Enige verschil met alkanen is dat er nu ook een O atoom in het molecuul zit.


CnH2n+2O

Slide 15 - Tekstslide

Isomeren
Zelfde formule, andere structuur.
Grotere moleculen hebben meer isomeren.

Slide 16 - Tekstslide

Etheen
Ethaan
Ethanol 

Slide 17 - Sleepvraag

To Do 
- lees paragraaf 2 en markeer duidelijke zaken
- maken 10 t/m 13 in je schrift 

Slide 18 - Tekstslide