7.1 Gezond eten (deel1+deel2)

Startopdracht
Klaar?
1. Bedenk wat je gisteravond gegeten hebt en schrijf het op.
2. Ruil met blaadje met degene die naast je zit. Je zoekt van elkaars maaltijd op welke voedingsstoffen in die maaltijd zitten (paragraaf 7.1).
3. Benoem daarna samen de bijbehorende functie van de voedingsstoffen.
4. Bedenk samen wat je bij de maaltijden kan toevoegen om ervoor te zorgen dat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt.
timer
8:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Klaar?
1. Bedenk wat je gisteravond gegeten hebt en schrijf het op.
2. Ruil met blaadje met degene die naast je zit. Je zoekt van elkaars maaltijd op welke voedingsstoffen in die maaltijd zitten (paragraaf 7.1).
3. Benoem daarna samen de bijbehorende functie van de voedingsstoffen.
4. Bedenk samen wat je bij de maaltijden kan toevoegen om ervoor te zorgen dat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt.
timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 7 Eten
7.1. Gezond eten


Pak je leerboek
Je laptop blijft in je tas (ook al ben je je boeken vergeten!)

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Wat weten jullie al?
  • Uitleg paragraaf 7.1 
  • Wat hebben jullie onthouden?
  • Start met huiswerk

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat eetgewoonten zijn en van welke 3 dingen eetgewoonten afhangen.
  • Je kunt onderscheid maken tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen.
  • Je kunt uitleggen wat de taak is van voedingsvezels.
  • Je kunt uitleggen wat de taak is van energierijke stoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen.
  • Je kunt de 6 voedingsstoffen indelen in de 3 groepen voedingsstoffen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat vind je lekker om te eten?

Slide 4 - Woordweb

Wat vind je lekker en is ook gezond?

Slide 5 - Woordweb

Eetgewoonten
Wat je gewend bent te eten, hoe je eet en wanneer je dat doet zijn je eetgewoonten

Afhankelijk van:
- Je voorkeur
- Het land waar je woont of vandaan komt 
- Je geloof
                                                              
Eetgewoonte?
 Kunnen eetgewoonten veranderen?

Slide 6 - Tekstslide

Voedingsmiddelen en 
-stoffen
Iets wat je eet of drinkt is een voedingsmiddel, bijv. melk, chips, brood.

In elk voedingsmiddel zitten voedingsstoffen.  Dat zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen. 

Er zijn zes voedingsstoffen:

Slide 7 - Tekstslide

Groepen voedingsstoffen
Energierijke stoffen: nodig om te bewegen 
en warm te blijven.
  • Koolhydraten en vetten
Bouwstoffen: nodig voor de groei 
en opbouw van je lichaam.
  • Eiwitten, mineralen, vetten en water.
Beschermende stoffen: nodig om gezond te blijven.
  • Vitaminen en mineralen.

Slide 8 - Tekstslide

Voedingsvezels
Voedingsvezels zijn GEEN voedingsstoffen, ​ maar wel belangrijk om je darmen goed te laten werken. Zitten in volkorenbrood, groente en fruit.


Kennen
  • de zes soorten
voedingsstoffen en hun
functie
  • functie van voedingsvezels!
Waarom is het belangrijk dat je darmspieren goed werken?

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsmiddel of voedingsstof

Croissantje
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 10 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof?

Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 11 - Quizvraag

Welke stof of stoffen zijn beschermende stoffen?

Slide 12 - Open vraag

Welke 3 functies kunnen voedingsstoffen hebben?

Slide 13 - Open vraag

Hoe heten de stoffen die in bruin brood, groente en fruit zitten en die er voor zorgen dat onze spieren in de darmen actief blijven?

Slide 14 - Open vraag

Welke zes voedingsstoffen zijn er?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag... 
Eerst 10 minuten in stilte!
Basis: 1 t/m 6  (8 t/m 10, 12, 14, 15, 17 en 18)
Verdieping: 7 (16)
Extra oefening: (11 en 13)

Klaar? 
Maak opdracht 1 en 2 van blz. 70 (samenvatten)
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Wat weten jullie nog?
  • Uitleg 
  • Wat hebben jullie onthouden?
  • Start met huiswerk

Leerdoelen

  • Je kunt met de schijf van vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
  • Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën voedselbederf veroorzaken.
  • Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 17 - Tekstslide

Wat weten jullie nog/al? (schrijf op!)
  • Wat zijn de zes soorten voedingsstoffen?  

  • Welke drie groepen voedingsstoffen zijn er?

  • Wat zijn voedingsvezels?

  • Wat is de schijf van vijf?


Slide 18 - Tekstslide

Schijf van vijf
Om van elke voedingsstof genoeg binnen
te krijgen moet je gevarieerd eten. 

De schijf van vijf helpt hierbij.

Slide 19 - Tekstslide

Schijf van vijf
1. Groente en fruit
vitaminen, mineralen, koolhydraten en 
voedingsvezels
2. Smeer- en bereidingsvetten
vetten en vitaminen
3. Zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei
eiwitten, vitaminen, mineralen
4. Brood, graanproducten en aardappelen
koolhydraten, vitaminen en voedingsvezels
5. Dranken
water

Slide 20 - Tekstslide

  • Verspreid over de dag eten. Wat is het effect van niet ontbijten?
  • Tussendoortjes zitten vol met energierijke stoffen, waardoor je minder trek krijgt. Hierdoor eet je minder bouw- en beschermende stoffen tijdens de maaltijd.

Slide 21 - Tekstslide

Voedselbederf
Voedselbederf: ontstaat doordat schimmels en bacteriën in en op het voedsel groeien.
  • Schimmels: bestaan uit dunne draden. Op de draden ontstaan bolletjes met sporen erin. Uit elke spore kan een nieuwe schimmel groeien. 
  • Bacteriën: bestaan uit één cel en vermeerderen door celdeling



Slide 22 - Tekstslide

Voedselbederf tegengaan
Veel soorten schimmels en bacteriën houden van een warme en vochtige omgeving.

Om groei van schimmels en bacteriën tegen te gaan, maken we de leefomstandigheden zo slecht mogelijk (conserveren)
1. Verhitten (pasteuriseren en steriliseren)
2. Koelen en vriezen
3. Stoffen toevoegen: zout, suiker of zuur
4. Vacuüm of met gas verpakt (geen zuurstof) 
5. Drogen



Slide 23 - Tekstslide

Pasteuriseren.
- kort verhitten rond de 72°C.
- doodt bacteriën die snel uitgroeien (niet alle).
- producten beperkt houdbaar en moeten ze in de koelkast bewaard worden. 

Steriliseren.
(kort) verhit tot boven de 100°C.
- doodt alle micro-organismen.
- producten lang houdbaar en kan je het buiten de koelkast in gesloten verpakking bewaren. 

Pasteuriseren:  
- kort verhitten rond de 72°C 
- doodt bacteriën die snel uitgroeien 
- producten beperkt houdbaar en moeten 
in de koelkast bewaard worden.

Steriliseren
- (kort) verhit tot boven de 100°C 
- doodt alle micro-organismen 
- producten lang houdbaar en kan buiten de koelkast in gesloten verpakking bewaard worden. 

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag :)
Weektaak voor: 
(1 t/m 7, 8 t/m 10) 12, 14, 15, 17 en 18
Daarna 7.1 nakijken

Klaar? --> Maak 7.1 van blz. 70 (samenvatten)

Voorbereiding: practicum voedingsstoffen aantonen

Slide 25 - Tekstslide

Practicum: voedingsstoffen aantonen
Wat is een indicator?


Hoe toon je dan een voedingsstof aan?





Slide 26 - Tekstslide