1MH_Thema 5| bs. 5 Gedrag

Wat wordt er van jullie verwacht?
Doe je jas uit 

Pak je spullen op tafel 

Stop je telefoon weg 

Ga rustig zitten 
timer
2:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat wordt er van jullie verwacht?
Doe je jas uit 

Pak je spullen op tafel 

Stop je telefoon weg 

Ga rustig zitten 
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugblik vorige les 

Uitleg bs. 5 Gedrag

Slide 2 - Tekstslide

Zet het de onderdelen van het zenuwstelsel op de goede plek!
Hersenen
Ruggenmerg
Zenuwen

Slide 3 - Sleepvraag

Een orgaan dat reageert op prikkels
Alle zenuwen, ruggenmerg en hersenen samen
iets waar je zintuigen op reageren
Hier wordt je bewust van prikkels
Een seintje dat via de zenuwen naar de hersenen of spieren gaat 
Prikkel 
Zenuwstelsel 
impuls 
zintuig 
hersenen 

Slide 4 - Sleepvraag

Doel van de les
5.5.11 Je kunt uitleggen wat gedrag is.
5.5.12 Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
5.5.13 Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is gedrag?
Gedrag: ALLES wat een mens of dier doet. 
Vaak als een reactie op een prikkel. 

Gedrag bestaat uit handelingen.

Slide 6 - Tekstslide

Een gedragsketen

Slide 7 - Tekstslide

Prikkel en respons
De reactie op een prikkel heet een respons.

Inwendige reactie: een prikkel die in het lichaam ontstaat bijv. honger

Uitwendige reactie: een prikkel van buiten het lichaam.



Motivatie: de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag.

Slide 8 - Tekstslide

Motivatie
De motivatie = verrichten van bepaald gedrag. 
Voorbeeld (Niet opschrijven)
:Als je al veel hebt gegeten, is je motivatie erg laag om nog een boterham te eten. De prikkel ‘ruiken van vers brood’ leidt dan niet tot eetgedrag. Maar als je honger hebt, is je motivatie om te eten hoog. Dezelfde prikkel, ‘ruiken van vers brood’, leidt dan wel tot een respons.

Slide 9 - Tekstslide

Aangeleerd of Aangeboren
Gedrag is deels aangeleerd en deels aangeboren.


Slide 10 - Tekstslide

Gedrag mens: Normen/waarden
Mensen beoordelen gedrag aan de hand van normen en waarden.
  • Waarden: dingen die mensen belangrijk vinden in het leven vb. eerlijkheid, respect, rechtvaardigheid en vrijheid etc. 

  • Normen: gedragsregels op basis van waarden.
vb. Je mag niet stelen, ja mag niet schelden etc.

Slide 11 - Tekstslide

Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar
Mensen en dieren hebben sociaal gedrag.

Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal.

Slide 12 - Tekstslide

Observatie & Interpretatie
Observatie: Feitelijk gedrag dat je waarneemt. 


Interpretatie: Wat jij denkt dat dit gedrag betekent. 

Slide 13 - Tekstslide

Observatie en interpretatie

Hond kwispelt staart (observatie)
=
Hond is blij
(interpretatie)

Slide 14 - Tekstslide

Check 
5.5.11 Je kunt uitleggen wat gedrag is.
5.5.12 Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
5.5.13 Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is gedrag?

Slide 16 - Open vraag

een bericht sturen met je telefoon
een kuiken kruipt uit een ei
fietsen
gelijkwaardigheid
iedereen moet zich aan de verkeersregels houden
Signaal
Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag
Waarde
Norm

Slide 17 - Sleepvraag

Aan de slag
Lees en maak bs. 5.5 Gedrag
blz. 121
Maak opdr. 1, 2, 3, 4, 6, 7
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide