grammatica 4zk1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

pitfalls!

doel van de les

aangeven dat er verschil zit in het schrijven van bepaalde woorden die vaak door elkaar gehaald worden.

aan het eind van de les kennen jullie:

- het verschil tussen: to/too, than/then, your/you're, its/it's, their/there/they're en where/were/we're

to

to: naar/aan 

I give flowers to my husband --> ik geef bloemen aan mijn man

to voor een werkwoord: te 

Sand the wood to make it smooth--> schuur het hout om het glad te maken.

too

too voor bijvoeglijk naamwoord: te

Don't screw the hook too tightly-->  schroef de haak niet te hard

too aan het eind van de zin: ook

He said he would be here too.--> Hij zei dat hij hier ook zou zijn.

then vs than

then : geeft een tijd aan (toen/ dan)

First I went to school, then I had to go to class. 

than: vergelijking (groter/beter/sneller dan)

That girl is taller than that boy.

This is my first visit ....
Australia.

1. to
2. too

The second hamburger was ...
much for me.

1. to
2. too

We have been ... Rome and ... Milan, ...

1. to, too, to
2. too, to, to
3. to, to, too
4. to, to, to

This is ... book.

1. your
2. you're

He's from Chester and
.... from Bristol

1. you're
2. your

What's the time?
... ten past twelve.

1. it's
2. its

Put the CD in ... place, please

1. it's
2. its

opdracht

maken opdrachten 25 en 26 blz. 44 werkboek