§1.1 Het landschap als dynamisch systeem

Hoofdstuk 1

1.1 Het landschap als dynamisch systeem

Domein C: Aarde
6 vwo 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1

1.1 Het landschap als dynamisch systeem

Domein C: Aarde
6 vwo 

Slide 1 - Tekstslide

Kleine sidenote:

opbouw examen:
Opgave 1 en 2 : Wereld
Opgave 3 en 4: Aarde
Opgave 5 en 6: Gebieden (Zuid-Amerika)
Opgave 7 en 8: Leefomgeving
6 vwo 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Theorie §1.1 


Landschap als dynamisch systeem

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen §1.1




  • Wat is het verschil tussen humificatie en mineralisatie?

  • Op welke drie plaatsen worden voedingsstoffen die bodem nodig hebben, opgeslagen?

  • Waarom zijn tropische bodems niet echt vruchtbaar?





Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Nu in een iets rustiger tempo...

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voedingsstoffen die bomen nodig hebben worden door de voedselkringloop continue gerecycled.



 Opslag voedingstoffen bomen op drie plekken:
 
1. levende organische materiaal van de bomen
2. dode organische materiaal op de grond
 3.  zwarte humuslaag in de bodem

Slide 9 - Tekstslide

Een bos als dynamisch systeem
  • organisch afval
  • levend organisch materiaal
  • humusrijke grond
  • onveranderde grond
  • uitgespoelde grond

A
Levend organisch materiaal
B
Organisch afval
C
Uitgepoelde grond
D
Humusrijke grond
E
Onveranderde grond

Slide 10 - Tekstslide

Een combinatie van processen houdt een voedselkringloop in stand:
  • Fotosynthese --> productie nieuw organisch materiaal
  • Vorming organisch afval --> ophoping vallende bladeren
  • Mineralisatie --> wanneer organisch materiaal geheel wordt afgebroken tot CO2 en N, Ca en K dat uitspoelt.
  • Humusvorming --> gedeeltelijke afbraak materiaal, houdt voedingsstoffen vast (N, Ca en K).
  • Verwering --> door inwerking van water en bacteriën komen voedingstoffen vrij.
  • Neerslag & grondwater --> speelt een grote rol bij de voedselopname en de transpiratie van de bodem, maar kan ook zorgen voor uitspoeling van voedingstoffen.

Slide 11 - Tekstslide

Het klimaat heeft grote invloed op het type bos dat ergens voorkomt
A
Naaldbos > in de boreale zone
(lange koude winter, kort groeiseizoen)
B
Tropisch regenwoud > in de tropische zone
(warm, veel neerslag)
C
Loofbos > in de gematigde zone
(seizoensinvloed, voldoende neerslag)

Slide 12 - Tekstslide

Als klimaat en begroeiing veranderen is het logisch dat de processen die de verkleuring van de grond veroorzaken ook anders zijn

Slide 13 - Tekstslide

Welke processen horen (vooral) bij welke bodem?
Gebruik je boek om de begrippen te matchen 
  • uitspoeling
  • humusvorming
  • uitspoeling 
  • inspoeling 
  • chemische verwering

Slide 14 - Tekstslide

In een rotsachtige bodem kan.....
A
weinig water infiltreren
B
veel water infiltreren

Slide 15 - Quizvraag

Naaldbos                 Tropisch bos                        Loofbos
humusvorming 
uit- en inspoeling

sterke mineralisatie
sterke uitspoeling
sterke chemische verwering

 humusvorming
uit- en inspoeling

Slide 16 - Tekstslide

Waarom zijn tropische bodems niet echt vruchtbaar?


  • Hoge temperatuur, hoge vochtigheid en permanent groeiseizoen in tropische regenwouden zorgt voor snel verloop van mineralisatie en afbraak organisch materiaal --> vrijgekomen voedingstoffen worden door grote hoeveelheid neerslag snel weggespoeld.

Slide 17 - Tekstslide

Geofactoren
Wat is de belangrijkste geofactor die de bodemvorming bepaalt?

Slide 18 - Tekstslide

Podzol bodems
A
zijn zanderig met een zure humuslaag
B
bevatten veel ijzer
C
hebben een rode kleur
D
zijn zeer vruchtbaar

Slide 19 - Quizvraag

Leerdoelen §1.1




  • Wat is het verschil tussen humificatie en mineralisatie?

  • Op welke drie plaatsen worden voedingsstoffen die bodem nodig hebben, opgeslagen?

  • Waarom zijn tropische bodems niet echt vruchtbaar?





Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdr. 1, 2, 4 en 5 van §1.1

Slide 21 - Tekstslide