Hoofdstuk 8: Geluid

8.1 Geluid maken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

8.1 Geluid maken

Slide 1 - Tekstslide

Geluidsbron: alles wat geluid maakt.

Slide 2 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/hoe-werkt-je-stem-het-komt-je-strot-uit

Slide 3 - Tekstslide

Geluid bestaat uit trillingen.







Geluid kan versterkt worden met een klankkast: een holle ruimte waardoor geluid harder wordt.

Slide 4 - Tekstslide

8.2: Geluid horen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is nodig?
1. Geluidsbron

2. Tussenstof/medium

3. Je oren

Slide 6 - Tekstslide

Geluidsbron: alles wat geluid maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Tussenstof, ook wel medium
https://schooltv.nl/video-item/wat-is-akoestiek-het-woord-komt-het-grieksakoustikos-betekent-het-horen-betreffend

Slide 8 - Tekstslide

Je oren
Oorschelp -> Trommelvlies -> gehoorbeentjes -> signalen naar de hersenen

Slide 9 - Tekstslide

Conus

Slide 10 - Tekstslide

8.3 Muziekinstrumenten

Slide 11 - Tekstslide

Snaarinstrumenten
Snaren trillen -> Geluid

Lange snaren: lage tonen
Korte snaren: hoge tonen

Dikke snaren: lage tonen
Dunnen snaren: hoge tonen

Slide 12 - Tekstslide

Snaren spannen
Spannen betekent: de snaren strakker aantrekken. Een strakke snaar geeft een hoge toon. Maak je de snaar losser, dan wordt de toon lager. Op die manier kun je het instrument stemmen. De tonen klinken dan weer zuiver.
Wat is zuiver? -> stemvork of digitaal stemapparaat

Slide 13 - Tekstslide

Frequentie
= Aantal trillingen per seconde
 
1 hertz = 1 trilling per seconde = 1 Hz

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

8.4 Geluidssterkte

Slide 16 - Tekstslide

Geluid meten
Uit de opdracht:

- Je kan de toonhoogte meten met een oscilloscoop.
 - Je kan de geluidsterkte meten met een decibelmeter.
- Je kan de geluidssnelheid uitrekenen.

Slide 17 - Tekstslide

Frequentie bepaalt toonhoogte
= Aantal trillingen per seconde
 
1 hertz = 1 trilling per seconde = 1 Hz

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Geluid meten
Uit de opdracht:

- Je kan de toonhoogte meten met een oscilloscoop.
 - Je kan de geluidsterkte meten met een decibelmeter.
- Je kan de geluidssnelheid uitrekenen.

Slide 22 - Tekstslide

Volume = geluidssterkte = hoe hard een geluid is

Slide 23 - Tekstslide

Geluidssterkte kun je meten met een decibelmeter.
De eenheid van geluidssterkte is decibel (dB).

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Geluid meten
Uit de opdracht:

- Je kan de toonhoogte meten met een oscilloscoop.
 - Je kan de geluidsterkte meten met een decibelmeter.
- Je kan de geluidssnelheid uitrekenen met behulp van de tabel.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Bepaal de langste afstand waarop je instrument nog te horen is.
Reken met het 5-stappenplan de geluidssnelheid uit.

Slide 28 - Tekstslide