In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.2 deel 1 wie profiteert van de markt
Slide 1 - Tekstslide
Agenda les
terugkoppeling leerdoelen par 6.1
korte herhaling par 2.3 vraag en aanbodlijn
startopdracht vraag en aanbodlijn
leerdoelen paragraaf 6.2 deel 1
uitleg par 6.2
Zelf aan de slag/ huiswerk
Extra uitleg aanbod/vraaglijn en evenwicht voor thuis
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen par 6.1
Je kunt omschrijven wanneer een land een open of gesloten economie heeft.
Je kunt rekenen met import- en exportquote
Je kent de kenmerken van de Europese Unie als handelsblok
Je kent de voordelen voor NL inzake de EU als handelsblok
Je kunt de begrippen multinational en internationale arbeidsverdeling in eigen woorden omschrijven
Je kent de drie protectiemaatregelen van de EU
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 6.2/2.3
Je kunt in vraag en aanbodlijn tekenen en de evenwichtsprijs en hoeveelheid aflezen uit de grafiek en berekenen.
Je kunt in eigen woorden het verband tussen de prijs van een goed en de gevraagde hoeveelheid en de aangeboden hoeveelheid uitleggen en de welvaart uitleggen.
Slide 4 - Tekstslide
a. teken in je schrift de vraaglijn en aanbodlijn (verticaal tot P=2,50 en horizontaal tot Q= 250 (of op blz 305 boek hst 2 par 3 vraag 9a/d)
b. Bereken evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid
Startopdracht vraag en aanbod
timer
8:00
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Uitwerking
Qa= 100P-50
P=0 > Qa=-50 (niet handig)
Qa=0 > 100P-50= 0 > P=0,50
P= 2,50 > Qa=200
Qv= -100P+250
P=0 > Qv=250 miljoen
Qv=0 > -100P+250=0 > P=2,50
x miljoen kg
Slide 7 - Tekstslide
Uitwerking evenwichtprijs en hoeveelheid
Qa=Qv
100P-50= -100P+250
200P=300
P= 1,50 per kg(= evenwichtsprijs)
Deze prijs invullen in of Qa of Qv
100x1,50-50= 100 miljoen kg (= evenwichtshoeveelheid)
Slide 8 - Tekstslide
Stel Prijs= 1
Wat gebeurt er dan met vraag en aanbod?
Qa= 100P-50 > Qa= 50
Qv= -100P+250 > Qv= 150
Dus Qv > Qa
> vraagoverschot van 150-50= 100 stuks (rode lijn)
Slide 9 - Tekstslide
VRAAG van Consumenten: = Qv = -100P+250
Die kopen goederen en diensten (om in behoeften te voorzien)
willen een zo laag mogelijke prijs
dalende lijn want bij lage prijs veel vraag
AANBOD van Producenten = Qa = 100P-50
Bedrijven en overheid verkopen goederen en diensten.
willen een zo hoog mogelijke prijs
Stijgende lijn want bij hoge prijs veel aanbod
Slide 10 - Tekstslide
Welvaart
Geeft aan in welke mate mensen in staat zijn om hun behoeften aan schaarse goederen en diensten te bevredigen.
welvaart stijgt als mensen meer schaarse goederen kunnen kopen.
Slide 11 - Tekstslide
Consumenten profiteren als
Qv steiler is dan Qa
Producenten profiteren als
Qa steiler is dan Qv
Slide 12 - Tekstslide
Zelf aan de slag/huiswerk
Lees paragraaf 6.2 t/m blz 182
Maak opgave 1 t/m 5 par 6.2 online of in schrift
Slide 13 - Tekstslide
EXTRA UITLEG
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Concrete markt: markt die je kunt bezoeken (bv weekmarkt)
Abstracte markt: markt die je niet kunt bezoeken (bv woningmarkt)
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
We gaan nu kijken naar de vraag en aanbod van hotdogs!!
Slide 18 - Tekstslide
Wat valt
jullie op? (zie volgende dia)
Formule: Qv= -2.000P+10.000
De vraag naar Hotdogs
Slide 19 - Tekstslide
Er is een NEGATIEF verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid:
prijs stijgt -->gevraagde hoeveelheid daalt
prijs daalt --> gevraagde hoeveelheid stijgt
In de formule zie je dat aan het -teken voor de P
Slide 20 - Tekstslide
De vraagcurve (vraaglijn)
Formule:
Qv= -2.000P+10.000
Slide 21 - Tekstslide
Er is een POSITIEF verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid:
prijs stijgt -->aangeboden hoeveelheid stijgt ook
prijs daalt --> gevraagde hoeveelheid daalt ook
In de formule zie je dat aan het +teken voor de P
Slide 22 - Tekstslide
De aanbodcurve (aanbodlijn)
Formule:
Qa= 2500P-1250
Slide 23 - Tekstslide
VRAAGVraag
Aanbod
VRAAG
AANBOD
Formule:
Qa= 2.500P-1.250
Formule:
Qv= -2.000P+10.000
Slide 24 - Tekstslide
VRAAG EN AANBOD VAN HOTDOGS BIJ VERSCHILLENDE PRIJZEN
Als aanbieder een te hoge prijs vraagt, zal die producten overhouden (aanbodoverschot). Vraagt hij een te lage prijs, dan zal aanbieder snel uitverkocht zijn (aanbodtekort)
Slide 25 - Tekstslide
De evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid
De evenwichtsprijs is zoals je ziet dus €2,50
Op dat "punt" snijden de vraag en aanbodcurve elkaar