205 - 4H

Welkom

Pak je schrift, pen, BINAS en rekenmachine
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Pak je schrift, pen, BINAS en rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Significante cijfers - Wat zijn dat?
In de natuur- en scheikunde werk je met meetresultaten:





Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Rekenregels
  • significante cijfers
  • 10-machten
  • voorvoegsels
  • rekenmachine gebruik

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel significante  cijfers heb ik?



Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel significante  cijfers heb ik?



Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.
0,0365

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel significante  cijfers heb ik?



Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.
0,256

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel significante  cijfers heb ik?



Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.
965300

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel significante  cijfers heb ik?



Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.
16,056

Slide 8 - Tekstslide

Als je gaat rekenen...
Je antwoord krijgt evenveel significante cijfers als het gegeven met de minste significante cijfers.

5,0 x 6,25 = 

3 x 2,3 = 


Slide 9 - Tekstslide

Bij grote getallen          Bij kleine getallen

250000 x 10,0 = 

314,2 x 17 =

3,0 x 48,34 =

0,000025 x 10,0 =

0,3142 x 0,170 =

0,000030 x 4834 =


Slide 10 - Tekstslide

Vermenigvuldigingsfactoren
     = micro =
 n = nano  =
m = mili    = 
k   = kilo   = 
M = mega = 
G = giga    = 
109
106
103
103
106
109
μ

Slide 11 - Tekstslide

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 1,04870 mL
A
1
B
6
C
5
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 0,345 g
A
4
B
1
C
3
D
2

Slide 13 - Quizvraag

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 0,0002 mL
A
1
B
5
C
4
D
3

Slide 14 - Quizvraag

Je gebruikt de volgende gegevens bij het vinden van een oplossing, in hoeveel sign. cijfers moet het antwoord?

Een agent meet een remspoor van 120,0 cm, een vingerafdruk van 12 mm en een haar van 0,04 mm
A
4
B
2
C
3
D
1

Slide 15 - Quizvraag

Je hebt drie armbanden van 12,35 g goud per armband. Hoeveel gram is dat in totaal?
Antwoord: 37,05 g goud.

Staat het antwoord in het juiste aantal significante cijfers?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Geef het juiste antwoord:
12,0 g : 2,0 m3 = ..... g/m3
A
6,0 g/m3
B
6,00 g/m3
C
6 g/m3
D
6,000 g/m3

Slide 17 - Quizvraag

2,74 x 0,12 =
A
0,329
B
0,33
C
0,32
D
0,328

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de juiste getallen naar de juiste signficantie.
3
2
4
5
0,47
0,0230
106,00
25,4
1,36 x 10-2
0,1519
1,1111 x 102
0,5050

Slide 19 - Sleepvraag

Natuurkunde
1. Berg je telefoon 
op in je tas

2. Pak je spullen:
- Boeken
- Potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek

Slide 20 - Tekstslide

Een veer heeft een veerconstante van 24 N/m en wordt 7,0 cm uitgerekt. Bereken de veerkracht
A
168 N
B
170 N
C
1,68
D
1,68 . 10 ^2 N

Slide 21 - Quizvraag

glycerol heeft een dichtheid van
A
1,3 . 10 ^3 kg/m^3
B
1,26 . 10^3 kg/m^3
C
1,3 g/cm^3
D
1,26 g/cm^3

Slide 22 - Quizvraag

grootheid
symbool
eenheid
kracht
dichtheid
stroomsterkte
uitrekking

Slide 23 - Tekstslide

Symbolen
Diode

Led

NTC

LDR

Slide 24 - Tekstslide