3.2 periodiek systeem

3.2 Periodiek Systeem
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Periodiek Systeem

Slide 1 - Tekstslide

3.2 Periodiek Systeem
Leerdoelen

  • Opbouw huidige periodiek systeem (PS) kunnen beschrijven
  • Uitleggen wat groepen en perioden zijn
  • Globaal weer kunnen geven waar metalen en niet metalen in het PS staan
  • De namen van de groepen 1,2,17 en 18 uit PS kennen


Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn ook alweer 
stoffen / moleculen?

Op microniveau kijken we
naar de deeltjes waar stoffen van gemaakt zijn.


De kleinste deeltjes van een stof
noemen we moleculen,
dus alle materie (alle stoffen) zijn gemaakt van moleculen.

Definitie:

Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof die nog alle eigenschappen van de stof heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Moleculen en atomen 
Stoffen bestaan uit moleculen. Moleculen bestaan uit atomen
Het element chloor
De verbinding alcohol

Slide 4 - Tekstslide

Waaruit zijn moleculen opgebouwd?

Moleculen zijn weer opgebouwd
uit andere bouwstenen, zodat verschillende 
molecuulsoorten verklaard kunnen worden.

Bij de scheikunde noemen we deze bouwstenen de atomen.

Er bestaan nu zo'n 118 atoomsoorten
waarvan er meer dan 30 kunstmatig zijn gemaakt en
alleen in een laboratorium heel kort kunnen bestaan.

Definitie:

Atomen zijn de bouwstenen van moleculen.

Slide 5 - Tekstslide

Mendelejeff
1869: eerste versie periodiek systeem der elementen 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het periodiek systeem? (1)

Deze verschillende atoomsoorten zijn gerangschikt in een tabel.


Eerst zijn de atomen op volgorde van klein naar groot gezet.

Het kleinste atoom heeft 1 proton in de kern (= waterstof) en de grootste is Oganesson (Og) en deze heeft 118 protonen in de kern.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het periodiek systeem? (2)

Daarna zijn de atomen op chemische eigenschappen (hoe reageren ze met water en hoe reageren ze met zuurstof) gegroepeerd. De stoffen die op dezelfde wijze reageren zijn onder elkaar gezet.


Deze kolom noemen we een groep. Zo is de tabel in 18 groepen gezet.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Wat zijn de metaal atomen en de niet-metaal atomen?

De atoomsoorten die elektronen weg doen staan aan de linkerkant van het periodieksysteem,
dit noemen we de metalen.


De atoomsoorten die elektronen opnemen, of niet reageren, staan aan de rechterkant van het periodieksysteem,
dit noemen we de niet-metalen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de metaal atomen en de niet-metaal atomen?

Als we alle elementen met elkaar vergelijken is er meteen één ding dat opvalt.


Bij het reageren zijn er atoomsoorten die elektronen weg doen.

En er zijn atoomsoorten die elektronen opnemen of niet reageren.




Slide 11 - Tekstslide

Het periodiek systeem 
  • Atomen van klein naar groot
  • Verticaal: groepen. 
    Atomen met dezelfde eigenschappen
  • Horizontaal: periodes
  • Gele atomen zijn metalen 

Slide 12 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
De kolommen worden  een
groep genoemd.
De rijen heten een periode.

Slide 13 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
De atoomsoorten in een
groep hebben vaak dezelfde
chemische eigenschappen.


Slide 14 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
Grofweg kun je de atoomsoorten
in metalen en niet-metalen verdelen

     Metalen

Metalen geleiden stroom en warmte,
en hebben een metaalglans.

Slide 15 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
Dezelfde chemische
eigenschappen:
Groep 17 = halogenen
reageren heftig met metalen

Groep 18 = edelgassen
reageren vrijwel niet


Slide 16 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
Sommige groepen hebben een
naam:
Groep 1 = alkalimetalen (H niet)
Groep 2 = aardalkalimetalen
Groep 17 = halogenen
Groep 18 = edelgassen


Deze moet je kennen (boek blz. 101)

Slide 17 - Tekstslide

Indeling Periodiek Systeem
Dezelfde chemische
eigenschappen:
Groep 1 = alkalimetalen (H niet)
reageren heftig met water

Groep 2 = aardalkalimetalen
reageren met water en
1 op 1 met een zuurstofatoom.
Bijv: 2 Ca + O2 -> 2 CaO

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de edelgassen en de halogenen?

Er zijn twee groepen van de niet-metalen die je bij naam moet kennen.


De edelgassen zijn elementen (stoffen) die bestaan uit losse atomen,
die juist niet (of zeer moeilijk) kunnen reageren. Die staan helemaal rechts in het periodieksysteem. Dit is groep 18

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn de edelgassen en de halogenen?



De groep die er naast staat (groep 17) zijn de halogenen.

De halogenen zijn niet-metalen die heel erg heftig met metalen reageren.

Bij deze reactie ontstaat altijd een zout

Halogeen betekent "Zoutvormer"

Slide 20 - Tekstslide

Kenmerken metalen
  • Glimmend oppervlak
  • Geleiden warmte en elektrische stroom
  • Kunnen vervormd worden als ze heet zijn.
  • Kunnen in gesmolten toestand worden gemengd met andere metalen.

Slide 21 - Tekstslide

Edele metalen 
  • Edele metalen reageren niet of
      nauwelijks met andere stoffen.
  • daarom worden ze vaak gevonden
      als zuivere stof.
  • Goud (Au),
      Zilver (Ag), 
      Platina (Pt)

Slide 22 - Tekstslide

Lichte en zware metalen
lichte metaal: kleine dichtheid
zwaar metaal: hoge dichtheid

Slide 23 - Tekstslide

Legeringen
Een legering is een afgekoeld mengsel van samengesmolten metalen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide