Je benoemt met welke wetgevingen en richtlijnen je in de palliatieve zorg in aanraking komt (1)
Je legt in uit wat de wetgeving op euthanasie inhoudt (2)
Je legt uit wat de wetgeving op orgaandonatie inhoudt (2)
Je legt uit wat de Wet op de lijkbezorging inhoudt (2)
Je
begeleidt de cliënt en zijn naasten aan de hand van een casuïstiek bij
de wens om euthanasie (3)
Je informeert de cliënt en zijn naasten aan de hand van casuïstiek uit verschillende doelgroepen, over de wet op Lijkbezorging (3)
Je informeert de cliënt en zijn naasten aan de hand van een casus over we wet op orgaandonatie (3)