Taalgericht vakonderwijs

Taalgericht vakonderwijs


Jolijn de Boevere
Ron van den Beemt
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalgericht vakonderwijs


Jolijn de Boevere
Ron van den Beemt

Slide 1 - Tekstslide

Aanleiding van deze presentatie
Aanleiding
- Het dalende leesniveau van (onze) studenten.

Doel
- Het bewustzijn van taal in de vaklessen vasthouden. 

Slide 2 - Tekstslide

Vakdocenten kunnen (ook) hét verschil maken
Taalgericht vakonderwijs
De vakdocent neemt taaldoelen mee in zijn of haar lessen. 

Dat betekent niet dat je Nederlands hoeft te geven. 

Wat dan wel? 
Eerst twee experimenten.

Slide 3 - Tekstslide

 Experiment 1: taalverschil
De pikkel en de wop

Doel: bewustzijn van taalverschil: niet alles is meteen duidelijk voor de studenten. Taal heeft invloed. 

Slide 4 - Tekstslide

De pikkel en de wop

Een wop mufte zijn frinse fruin.
Een pikkel beunde snerp in de fruin van de wop.
"Groes mijn bale fruin", loeg de wop biest.
En hij voegde eraan toe: "Mijn fruin is frins!"
"Proest bedaan!", makkelde de pikkel met tegenzin.
"Mart jij benedal geen lijpjes?"
"Ik mart geen rotse pikkels",
slukte de wop nogal biester.

1. Wat mufte de wop?
2. Hoe beunde de pikkel in de fruin van de wop?
3. Wat makkelde de pikkel?
4. Mart de wop rotse pikkels?


Slide 5 - Tekstslide

De pikkel en de wop
Het is nonsenstaal, maar door goed technisch te lezen kun je de vragen gewoon beantwoorden. 

1. Wat mufte de wop? zijn frinse fruin.
2. Hoe beunde de pikkel in de fruin van de wop? Snerp.
3. Wat makkelde de pikkel? Proest bedaan!
4. Mart de wop rotse pikkels? Nee.

Slide 6 - Tekstslide

Experiment 2: schooltaalwoorden
Wat wordt bedoeld met dit woord…..

Slide 7 - Tekstslide

Functie

Slide 8 - Tekstslide

Experiment 2 : schooltaalwoorden
FUNCTIE:
• In de wiskunde wordt daar een relatie tussen twee variabelen mee bedoeld, waarbij de ene variabele onafhankelijk is en de andere afhankelijk.
Y is een functie van x en wel:
y = 2x + 37

• In de biologie wordt ermee bedoeld hoe iets werkt. De functies van de maag zijn opslag van voedsel, doden van bacteriën en een begin van vertering van eiwitten.
• Op de arbeidsmarkt heeft het te maken met je ambt of beroep.
• Een algemene betekenis is ‘dat wat je eraan hebt’.





Slide 9 - Tekstslide

Impuls

Slide 10 - Tekstslide

Experiment 2: schooltaalwoorden
IMPULS
• In de biologie zijn dat de stroomstootjes die door de zenuw gaan.
• In natuurkunde is het kracht maal snelheid.
• In het algemeen is dit een duwtje in de goede richting geven.
• In de economie gaat het om geld en is dit een subsidie vanuit bijvoorbeeld de overheid.
• Vanuit de gedragsleer komt impuls van ‘impulsief’.


Slide 11 - Tekstslide

Taalgerichte vakdidactiek
Daarom is het belangrijk dat ook de vakdocenten werken aan taaldoelen in hun lessen. 

Taalgericht vakonderwijs rust op drie pijlers:
- Context
- Interactie
- Taalsteun





Slide 12 - Tekstslide

Context, interactie, taalsteun
1. Plaats de nieuwe stof in context:
- Visualiseer;
- Schema's;
- Video's;
- Andere tekstsoorten.
2. Zorg voor interactie:
- Stimuleer interactie;
- Laat samenwerken;
- Presentatie;
- Stel vragen en laat antwoorden;

3. Zorg voor taalsteun:
- Bied hulp bij begrijpen en produceren van taal;
- Zorg voor overzicht;
- Geef feedback op taalgebruik;

Slide 13 - Tekstslide

Concrete voorbeelden
Algemeen:
  • Extra aandacht sleutelbegrippen;
  • Samen teksten lezen en hoofdzaken markeren;
  • Schrijfopdrachten;
  • Toetsvragen laten maken;
  • Basislijst schooltaalwoorden doornemen;
  • Samenvattingsopdracht;
  • Modelen (voordoen);
  • Schema's maken, zorgen voor overzicht. 





Algemeen:
  • Extra aandacht sleutelbegrippen;
  • Samen teksten lezen en hoofdzaken markeren;
  • Schrijfopdrachten;
  • Toetsvragen laten maken;
  • Basislijst schooltaalwoorden doornemen;
  • Samenvattingsopdracht;
  • Modelen (voordoen);
  • Schema's maken, zorgen voor overzicht. 





Slide 14 - Tekstslide

Niet doen:
  • Belang van taal onderschatten;
  • Denken dat het niet jouw verantwoordelijkheid is;
  • Taal versimpelen;
  • Moeilijke taal uit de weg gaan.
Wel doen:
  • Context, interactie en taalsteun;
  • Taalgericht vakonderwijs hoeft niet groot te zijn, begin klein!

Slide 15 - Tekstslide