1.2 Verbranding

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom!

Vorige les

• kan je uitleggen dat planten bij fotosynthese energie vastleggen in glucose
• kan je uitleggen dat bij afbraak van glucose energie vrijkomt

Fotosynthese

water + koolstofdioxide + energie -> glucose + zuurstof

Mitochondriën

Omzetting glucose naar energie

Huiswerk!

Nakijken opdracht 4 & 6

1.2 Verbranding

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

• kan je het verband uitleggen tussen verbranding in de cellen en lichamelijke activiteiten
• weet je dat bij verbranding zuurstof wordt gebruikt en koolstofdioxide ontstaat
• kan je het verschil in verbranding bij koudbloedige- en warmbloedige dieren beschrijven

Verbranding

Hart en longen werken hard om:

• Cellen voldoende brandstof en zuurstof te geven
• Afvalstoffen af te voeren

(water + koolstofdioxide)

Verbranding

• Brandstof nodig voor verbranding
• Glucose = brandstof
•  energie komt vrij die nodig is voor alle processen

Verbranding

brandstof (glucose) + zuurstof -> water + koolstofdioxide + energie

Hoe groter de lichamelijke inspanning -> hoe meer verbranding

Energie die vrijkomt

Hoe groter de lichamelijke inspanning -> hoe meer verbranding!

Vragen?

Warmbloedig

• lichaamstemperatuur constant
• minder afhankelijk van omgeving
• isolatie nodig 
• Alleen vogels en zoogdieren!

Warmbloeding vertrekt!

Trek: veel vogels gaan in de herfst naar warmere streken

Sommige zoogdieren doen dit ook!

Koudbloedig

Temperatuur ongeveer gelijk aan omgeving

Voorbeeld?

Verbranding bij koudbloedige

Verbranding afhankelijk van de temperatuur

Hoe hoger de lichaamstemperatuur -> Hoe meer verbranding!

Winterslaap 

Lichaamstemperatuur daalt -> stofwisseling vertraagt

Waarom?

Weinig energie en zuurstof nodig!

Vragen?

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

• kan je het verband uitleggen tussen verbranding in de cellen en lichamelijke activiteiten
• weet je dat bij verbranding zuurstof wordt gebruikt en koolstofdioxide ontstaat
• kan je het verschil in verbranding bij koudbloedige- en warmbloedige dieren beschrijven

Waar of niet waar?

Waar = hand omhoog

Niet waar = hand omlaag

Glucose is een brandstof

Waar = hand omhoog

Niet waar = hand omlaag

Koudbloedigen doen in de herfst aan 'trek'

Waar = hand omhoog

Niet waar = hand omlaag

Hoe groter de lichamelijke inspanning, hoe meer verbranding

Waar = hand omhoog

 Niet waar = hand omlaag

Aan de slag!

Wat ga je maken: opdracht 1 t/m 9

Hoe: alleen of (zachtjes) met je buur

Hulp: eerst je buur, daarna de docent

Tijd: tot 5 minuten voor het einde van de les!

Klaar? Lees alvast de volgende paragraaf of maakt opdracht 10

Let op: 1 t/m 9 is ook huiswerk!

Hoe was de les?